2012 INDONESIË

2012 INDONESIË

DAG 1 – JAKARTA

We beginnen onze vakantie met het lang rondhangen op het vliegveld van München voor we verder vliegen naar Singapore. Daar moeten we er weer even uit omdat ze even onze stoelen schoon willen poetsen en dan door voor het laatste stukje naar Jakarta. Daar is het even nagelbijten of onze bagage wel van de band komt, na eerdere slechte ervaringen. Ze doen het er om. Onze rugzakken komen ongeveer als laatste aangerold. Daarna gaat het van een leien dakje. We kopen onze visa, laten het afstempelen bij de douane, taxi kaartje kopen en voor we het weten zitten we in hotel Cipta. Er is een leuk restaurant bij waar ik mijn eerste gado gado probeer en daarna rusten we uit van de lange reis met een eerste glimp van de Olympische spelen. De winnaar van het wielrennen mis ik net omdat ik even in slaap viel maar bij het dames gewichtheffen zijn we er weer helemaal bij.

DAG 2 – JAKARTA

In de lift hangt een excuusbriefje voor de overlast vanwege een verbouwing, maar die verbouwing begint om 9 uur ’s morgens precies in de kamer naast ons en dus gaan we i.p.v. excuses voor een andere kamer. Dat kost even moeite. In de alternatieve kamers doet of de airco het niet of sneeuwt de TV. Maar uiteindelijk vinden we toch een kamer ver van het gehamer.

We nemen een taxi naar de oude Sunda Kelapa haven waar prachtige houten boten naast elkaar afgemeerd liggen. Met takels worden ladingen de schepen in gewerkt. Op de kop van de haven staat nog een oud pakhuis genaamd Batavia. We struinen langs vrachtwagens, boten en vracht voor we de wijk Kota inlopen. Er wordt opgebouwd voor een popconcert en de zijstraten vullen zich met geparkeerde bromfietsen terwijl de jongeren op het plein in afwachting zijn van hun idolen.

Voor de peuters is er vermaak in een draaimolen die een man aandrijft door te fietsen. Een meisje dat Engels moet leren werkt met mij een vragenlijst af en neemt mijn antwoorden op op haar smartphone. De drukte wordt op een gegeven moment zo groot dat we het voor gezien houden en ons hotel weer opzoeken. Het restaurant is ons gisteren goed bevallen dus we maken er onze stamtafel van voor we afkoeling zoeken in onze kamer met airco.

DAG 3 – JAKARTA

Het haar dat in deze tropische omstandigheden als een natte pannenkoek op mijn hoofd ligt moet nodig gekortwiekt worden en dan gaat er niets boven de Aziatische kapper. Ik ben blijkbaar te oud voor een jong en swingend model want ik wordt naar boven gestuurd waar een oudere herenkapper op me wacht die knipt op basis van het eeuwig hippe militaire model. Ik kom met een heerlijk kort kapsel naar buiten.

Voor vandaag hadden we een aantal museumbezoeken gepland maar dat is achteraf niet zo handig op een maandag want de musea zijn gesloten. Het alternatieve programma bestaat uit een wandeling door de wijk Capangan Bateng waar wat klassieke gebouwen staan, een vrijheidsmonument en de grote moskee, de Mesjid Istiqlat. Een prachtig modernistisch gebouw dat doet denken aan de werken van Corbusier. Een gids leidt ons rond door de enorme ruimtes waar op hoogtij dagen tienduizenden mensen in passen. Twaalf enorme pilaren van metaal, een prachtige metalen koepel en strak vormgegeven kubistische buitenruimtes. En de sfeer binnen is zeer gemoedelijk, ook voor de ongelovigen.

Van hier nemen we een taxi naar de Chinese wijk Glodok waar het zoals het hoort stampvol is. Na wat rondvragen vinden we de straatmarkt, waar we kunnen kiezen tussen kikkers, krabben of garnalen. Tussen de etenswaren door de nooit stoppende bronfietsen die heel Jakarta in een dikke walm hullen. Alles wat je koopt is al gerookt. In de boeddhistische tempel voegen ze nog wat extra rook toe met hun wierook. Er worden hier zelfs honden aanbeden, aan de beelden te zien. Als we genoeg rook hebben ingeademd trekken we ons terug in onze airco kamer om wat af te koelen.

DAG 4 – CIREBON

Er wordt veel geklaagd over de stiptheid van de NS maar wij worden hier meteen getrakteerd op een vertraging van anderhalf uur als we de trein willen pakken vanaf het Gambir station in Jakarta naar Cirebon. Dus zitten we twee uur lang het leven op het perron te observeren. We zien de sjouwers die met een sprint een deur van de binnenrijdende trein proberen te grijpen en we zien de treinen met exclusieve coupés, alleen voor de dames. Die dan natuurlijk ook weer op het perron een afgebakend vak hebben.

Met een luid snurkende passagier achter ons rijden we uiteindelijk toch naar Cirebon. Net als in India hebben ze het afvalprobleem in Indonesië nog niet opgelost, overal grote bergen vuilnis en vieze watertjes.

In Cirebon is het even zoeken naar een hotel omdat het hotel dat we in gedachten hadden niet meer bestaat. Maar er is een spiksplinternieuwe voor in de plaats gekomen die qua design zo in een tijdschrift kan. Binnen heb je in niets het idee dat je in Indonesië bent.

In een visrestaurant met allemaal grote draaitafels proberen we voorzichtig wat gerechten uit maar het is allemaal overheerlijk. Grote glazen met thee worden steeds bijgeschonken en de serveersters komen rennend voorbij.

Omdat het ramadan is begint pas na zonsondergang het feest en is het erg druk op straat. Jongeren klonteren samen rond de brommerparkeerplaatsen.

De ouderen zoeken hun fijne hotel weer op.

DAG 5 – CIREBON

Als we vanaf ons hotel de hoofdstraat van Cirebon in wandelen passeren we het raadhuis waar de marine haar intrek lijkt te hebben genomen. Maar de militairen blijken ook uitstekende kwaliteiten als gids te bezitten. Ze laten ons de prachtige hal zien. Pas als een soldaat beter Engels spreekt dan zijn commandant vindt deze het genoeg en wenst ons verder een prettige dag toe.

Wij wandelen verder door het drukke centrum met een constante stroom van fietsriksja’s die er maar moeilijk aan kunnen wennen dat wij liever lopen. Via de Kraton Kanoman, een ommuurd huis van een sultan, lopen we door naar één van de oudste moskees van Java, de Mesjid Agung. Een houten moskee zonder minaret. Naast de moskee ligt de Kraton Kesepuhan. Een oud baasje leidt ons rond door de prachtige zalen met een combinatie van Chinees, Nederlandse en Indonesische invloeden. Delftsblauwe tegeltjes met molens en kerkjes aan de muur en anderen met bijbelse taferelen. Bijzonder dat die alle religieuze twisten hebben overleefd. De koets met een vliegende draak is het pronkstuk. Verder een klein museum met Portugese kanonnen en harnassen, Chinese kisten en vazen en Javaanse krissen en speren.

Als we terug lopen zien we op de markt nog geverfde kuikens in roze en paars en voor de liefhebber zijn er sprinkhanen in zakjes verkrijgbaar.

DAG 6 – YOGJAKARTA

We verlaten ons steriele en moderne hotel in Cirebon om de trein te nemen naar Yogjakarta om daar onze intrek te nemen in weer een steriel en modern hotel. We bekijken eerst een paar andere hotels die wat ouder zijn, maar als je die grotjes afzet tegen een moderne kamer die van alle gemakken is voorzien gaat de voorkeur toch uit naar de luxe. Enig minpuntje is dat het filmkanaal uitzendt in een nagesynchroniseerde versie.

Omdat we laat aangekomen zijn met de trein doen we niet veel meer dan een hapje eten. Het is echt een hapje want in dit toeristische ghetto van Yogja is veel ingericht op de snelle hap. Aan de reisbureautjes hier is ook geen gebrek dus we boeken als brave toeristen ook gelijk maar een auto met chauffeur voor morgen om de tempels van Prambanan en de Borobodur te bezoeken.

DAG 7 – YOGJAKARTA

Het ontbijt in ons moderne hotel heeft niets van modern, traditionele nasi en smurrie. Wij zien ons genoodzaakt ons heil ergens anders te zoeken voor een geroosterd broodje.

Onze chauffeur van de dag zit al in de hotellobby te wachten, het blijkt een stille Willie. Rustig rijdend brengt hij ons eerst naar de Borobodur. De magische naam heeft de verwachtingen niets teveel opgeschroefd. Het boeddhistische complex is werkelijk spectaculair.

Volstrekt symmetrisch zijn steeds iets kleinere etages op elkaar gestapeld om te eindigen in een stupa op de bovenste etage. Iedere verdieping heeft een rondgang met prachtig gebeeldhouwde panelen die taferelen laten zien van het dagelijkse en het mythische leven. Koeien, apen, olifanten, schepen, huizen, Boeddha’s en natuurlijk de mensen. En tijdens de bezichtiging bakt de zon de mensen uit het huidige tijdsgewricht.

Na de middag brengt stille Willie ons nog langs een kleine tempel vlakbij de Borobodur voor we doorrijden naar de Hindu tempels van Prambanan. Ook hier is het weer groots, maar in een heel andere stijl. Iets minder rijk bewerkt als de Borobodur en meer op zichzelf staande torens, allemaal met een nis in hun binnenste met daarin beelden, voor zover ze niet ergens in de eeuwen verdwenen zijn. Het complex is vrij uitgestrekt dus we maken een mooie wandeling langs de verschillende plekken.

We vinden ’s avonds een erg leuk restaurant waar het eten stukken beter is dan de toeristenhap van gisteren.

DAG 8 – YOGJAKARTA

Vandaag willen we het wat rustig aan doen en dat lukt goed want we komen overal te laat aan. Vanwege de ramadan is de Kraton al om 12.00 dicht. De vogelmarkt is naar een andere plek verplaatst en het “waterpaleis” wordt verbouwd. Wel lopen we een flink eind door de zeer drukke stad en kopen een paar leuke wajang popjes zodat we een schimmenspel op de muren kunnen spelen, mochten we nog weer eens tijd over hebben.

’s Avonds gaan we in een museum naar een echte wajang voorstelling waar het heldenepos eindeloos, voor niemand te begrijpen, wordt verteld. Er wordt lekker vals door elkaar gerammeld met potten en pannen, oudere dames zingen daar dan weer atonaal tegen in en als de poppenspeler de karakters op elkaar in laat slaan mag iedereen tegelijk geluid produceren. Je kunt het schimmenspel van twee kanten bekijken, voor of achter de schermen. Het is wel mooi om te zien hoe het wordt gedaan en welke effecten ermee worden bereikt. Toch zie je er niemand echt van genieten.

DAG 9 – MALANG

Ietsjes te laat worden we opgehaald, maar als we drie uur later nog in Yogjakarta rondrijden weten we dat het een lange dag gaat worden in ons minibusje dat ons in 8 uur naar Malang zou moeten brengen. In Solo kruipen we door het centrum via een drukke markt. De chauffeur neemt af en toe een weggetje binnendoor wat een prachtig uitzicht geeft op de rijstvelden en het boerenleven, maar tijdwinst levert het nauwelijks op.

In ons busje zitten ook twee Zwitsers die Australië ontvlucht zijn omdat daar alles ontzettend duur is geworden. Dan kun je beter in Indonesië zijn want daar kun je de hele dag voor 12 euro in een busje zitten.

Het is al donker als we de bergen in rijden en eindelijk Malang in zicht komt. Dan moet iedereen nog afgezet worden en dat duurt ook weer een uur. Kortom, het is dik 7 uur als we in een hotel zitten.

Eten doen we in Toko Oen waar op een groot spandoek in het Nederlands staat dat ze al sinds 1930 zorgen voor gezelligheid. Het is een mooie grote ruimte uit de koloniale tijd. Alleen jammer dat sommige Nederlanders daar nog steeds naar schijnen terug te verlangen als ze volledig in het Nederlands hun bestellingen plaatsen bij de vriendelijk lachende obers.

DAG 10 – MALANG

Na het ontbijt arrangeren we een trip naar de Bromo vulkaan morgen. Tegenover het reisbureautje is een grote vogelmarkt waar we naast tropische vogeltjes en kanaries ook uilen en raven in kooien aantreffen. Net als honden en katten en apen. Dat de beesten er lekker bijliggen in de brandende zon kan niet gezegd worden. Een Perzische kat met teveel haar ligt zo te hijgen dat we wat water voor hem regelen. Er is ook een afdeling met vissen. De meesten in grote bakken maar de kleinere tropische visjes worden in kleine plastic zakjes gestopt met een beetje water. Die worden dichtgeniet en daarna aan de deur gehangen, met tientallen tegelijk. Ze zullen niet allemaal het einde van de middag halen. Ook voor slangen en hagedissen kan men hier terecht.

We lopen verder naar de dure wijk van Malang waar tussen de villa’s nog wat oude koloniale juweeltjes verborgen liggen, maar lang zal het niet duren voordat ze of verbouwd of volledig vervangen zijn.

’s Middags wandelen we verder door de stad, regelen ook nog een auto voor Banyuwangi en gaan dan wat bijkomen van de hitte van vandaag.

DAG 11 – MALANG

Met een minibusje rijden we de drukke stad uit om dan rechtsaf te slaan de berg op. Al snel passeren we mooie dorpjes met fel gekleurde huisjes en iedereen is bezig met oogsten, kappen en dingen van het land of uit het bos te vervoeren. Als we hoger komen hebben de heren ook een soort klederdracht, een grote doek om de hals geknoopt; draagdoek, gezichtsbescherming, zakdoek?

Als we bijna op de top zijn wisselen we het minibusje in voor een jeep die ons naar de Bromo vulkaan moet brengen. Op het eerste uitkijkpunt zien we weinig want er trekken grote stofwolken door het kraterdal. Daarom dalen we met de jeep af om in een stoffige woestenij dichter naar de vulkaan te rijden. Maar de wind zorgt voor een zand en as storm. Mannen die normaliter ritjes op paarden aanbieden komen nu als apocalyptische ruiters uit de nevel opdoemen gehuld in mysterieuze kleden.

We kunnen als we willen naar de kraterland lopen, zegt onze gids terwijl ze zelf een hip stofmaskertje uit haar tasje vist. Maar wij laten het stofhappen aan ons voorbij gaan en vinden het zo mooi genoeg. Met een zucht van verlichting bergt onze gids haar stofmaskertje weer op in haar tasje. Dus rijden we terug naar de groenere omgeving. We stoppen in een aantal mooie dorpjes op de berg. Sommige mensen zien er prachtig uit, dat schreeuwt om een foto.

Terug in Malang vinden we bij het station een leuk restaurant want we kregen een beetje genoeg van de koude hap bij Toko Oen, ondanks de gezelligheid sinds 1930.

Het feest wordt compleet als we later op de avond “ons Epke” ook nog eens Olympisch goud zien winnen op de rekstok in Londen.

DAG 12 – BANYUWANGI

Onze chauffeur van de dag is een vroege vogel, een half uur te vroeg. Maar we laten ons niet ons ontbijt door de neus boren dus hij wacht maar even.

Dan mengen we ons in de niet aflatende stroom van vrachtwagens, busjes, brommers, fietsen en paarden om met een gemiddelde van 50 km per uur richting Banyuwangi te kruipen. Tegen de middag even een pauze aan een mooi strandje met kleurrijke vissersboten en dan door voor het laatste deel van onze 7 uur durende rit.

Het hotel waar we ons op verheugd hadden vinden we bij aankomst helaas volgeboekt dus zoeken we ons heil bij de buren. Daar, in het Mirah hotel, zijn ze een beetje traag en we krijgen een kamer helemaal achter op het als een tempelcomplex vormgegeven terrein. Het is net te laat voor een duik in het zwembad dus we kijken een filmpje op het enige kanaal dat goed werkt.

Omdat we ergens buitenaf langs de weg naar Banyuwangi zitten eten we in het hotel maar daar vergaat ons al snel de eetlust. We zien een serveerster aan een tafel waar de gasten net zijn vertrokken de servetten besnuffelen, weer gladstrijken en in elkaar vouwen om ze weer keurig op tafel te zetten. Aan de tafel naast ons haalt een toerist iets ondefinieerbaars uit zijn eten, dus we wachten met grote argwaan op onze borden. We bestuderen de borden even later nauwgezet van alle kanten maar we moeten het toch op eten want er lijkt niets mis mee.

DAG 13 – SANUR

Vanuit het hotel hebben we meteen een busje te pakken naar de haven en daar vertrekt er al 10 minuten later een boot. Voor we er goed en wel erg in hebben varen we al weg van Java op weg naar Bali. De veerboot heeft nauwelijks passagiers aan boord dus het is allemaal zeer relaxed over een rustige zee in de stralende zon. Onze medepassagiers zijn voornamelijk kinderen die straks op Bali hun hoofddoekjes en mutsjes af mogen.

In de haven van Bali is ook weinig activiteit dus het kost even tijd om uit te zoeken hoe we naar Sanur komen. Uiteindelijk wordt het een complete bus (20 zits) voor ons tweeën voor 30 euro.

Omdat alles zo gesmeerd liep vanochtend droomden we al van stranden en zwembaden maar het Indonesische verkeer wil niet meewerken. We kruipen weer eens over de zeer drukke weg waardoor het dik 3 uur duurt voor we de 130 kilometer hebben afgelegd. Wel genieten we van de tempelbebouwing huis aan huis. Alles is, of heeft, een tempel met beelden en offergaven. De islam is hier ingewisseld voor het hindoeïsme en dan in de Balinese variant met goede en slechte geesten.

In Sanur blijken veel hotels vol dus het kost moeite een hotel te vinden. Het wordt een hotel voor 1 nacht en daarna een nog mooier hotel voor de volgende 2 nachten. Daarna moeten we opnieuw op zoek.

Het aanbod van restaurants is groot, wij kiezen helaas net te vroeg voor een wat mindere uitspanning waardoor we na de maaltijd balend langs allemaal plekken lopen waar we liever hadden willen zitten.

DAG 14 – SANUR

We halen maar net het ontbijt vanmorgen want er blijkt een uur tijdsverschil te zijn tussen Java en Bali. Daarna zoeken we onze spullen bij elkaar want we moeten verhuizen naar het volgende hotel om de hoek. We nemen nu onze intrek in hotel Sativa, nog iets luxer dan de vorige.

Net nu we eindelijk op het strand zitten is er wat lichte bewolking dus we beginnen met een lange wandeling langs het strand. We speuren tegelijkertijd naar nog wat hotels die we mogelijk later in de week nog nodig hebben. Het uitzicht over de blauwe zee met de vissersboten en de kleurrijke vliegers die er overal boven zweven is prachtig.

’s Middags gaan we met een boek aan het zwembad liggen en ’s avonds eten we als keurige toeristen een pizza in een restaurant waar je zelfs van te voren moet reserveren als je een tafel wilt om tussen alle andere toeristen te zitten.

Terug op de kamer hoef je alleen maar de receptie te bellen om de film van je keuze door te bellen er hij wordt voor je afgespeeld op je TV. We zijn van alle gemakken voorzien.

DAG 15 – SANUR

Na het ontbijt begeven we ons richting het strand. We hebben ons nog maar net geïnstalleerd of een mannetje komt ons snorkeltripjes aanbieden en laten we daar nou net naar op zoek zijn. Er waren ons al een aantal trips met “funboats” aangeboden inclusief glijbaan, bananenrit, kayaking en drijvende cafés maar dit aanbod lijkt op gewoon ordinair snorkelen, met een boot naar twee plekken zonder al die idiote franje. Dus gaan we weer terug naar het hotel om wat geld te halen want we kunnen meteen vertrekken. We krijgen zelfs een speciale boot met glazen bodem voor dezelfde prijs. De eerste snorkelplek is mooi, redelijk veel vissen boven koraal dat zich weer aan het ontwikkelen is op in zee gegooide objecten. Maar de tweede plek, Turtle Beach, waar wij net als in Maleisië denken misschien nog een zeeschildpad te zien is een vies haventje met heel veel schildpadden. Niet in zee maar opgesloten in een vies bassin. Waarschijnlijk gevangen en gekweekt om van de schilden voor toeristen souvenirs te maken onder het mom van dierenbescherming. We kijken nauwelijks en lopen linea recta terug naar de boot en vragen bij aankomt het mannetje de helft van ons geld terug voor deze aanfluiting. Het wordt iets minder dan de helft maar het lukt toch.

We genieten nog wat van onze strandstoelen op het strand, zien de kitesurfers voorbij vliegen en keren dan terug naar ons mooie hotel.

DAG 16 – UBUD

We rijden het drukke verkeer weer in om langzaam Sanur uit te kruipen. Overal langs de weg schijnen beelden geproduceerd te worden en dat moet voor het grootste deel voor een buitenlandse markt zijn want anders is onduidelijk wat ze met de gigantische boeddha-koppen en beelden moeten hier. En als je langs de eindeloze rijen beeldhouwers bent dient zich het dorp van de kunstschilders aan om uiteindelijk te eindigen in Ubud waar van alles bij elkaar zit. En hordes toeristen om in ieder geval een deel van de koopwaar mee naar huis te nemen. Al die toeristen betekenen ook weer volle hotels waardoor we weer even moeten zoeken voor we wat hebben. We vinden gelukkig een mooie kamer met een balkon en een prachtig uitzicht. We moeten er als verwende reizigers wel even aan wennen dat we voor het eerst deze reis geen TV en airco hebben, maar slechts een propeller aan het plafond.

We wandelen ’s middags het Monkey Forest in. Een stukje jungle met tempels en….heel veel apen. Ze zijn nogal hebberig en verwend door de vele toeristen die hier komen om ze te voeren dus het is even uitkijken voor de grijpgrage klauwen van de monstertjes waarvan er sommigen een vervaarlijk gebit hebben.

’s Avonds zien we in het paleis van Ubud een prachtige Balinese dans. De muziek is betoverend met ritmische gamelan en gong klanken en de dans hypnotiseert het publiek. Er is veel aandacht voor de gezichtsexpressie en de vingerbewegingen. En de kostuums zijn tot in de kleinste details schitterend.

Het is al laat als de dans is afgelopen en we nog ergens lekker gaan eten. Als we van het restaurant terug naar het hotel lopen is Ubud al bezig te sluiten.

DAG 17 – UBUD

Omdat we nog niet door hebben dat er achter in de tuin van ons hotel een ontbijtplek is gaan we zelf op zoek en kunnen niks anders vinden dan een vies broodje bij de plaatselijke Starbucks, we zijn duidelijk teveel in Amerika geweest de laatste jaren.

In de Lonely Planet staat een wandeling van 8,5 kilometer rond Ubud, dus die vangen we aan. Nog voor we Ubud uit zijn horen we gamelan muziek en als we gaan kijken zien we schoolkinderen de dans en de muziek repeteren die we gisteren in het paleis zagen, hier worden de artiesten van morgen opgeleid om voor volgende generaties toeristen de Balinese dansen op te voeren. Leuk om te zien na de officiële dans van gisteravond.

Verder langs de rijstvelden in de brandende zon, we stoppen regelmatig voor een koud drankje. In een dorpje zijn ze druk bezig voor festiviteiten die pas in oktober plaats zullen vinden. Tempels worden versierd, een afdak wordt over de weg gebouwd en iedereen is versieringen aan het maken of eten aan het voorbereiden.

Terug in Ubud regelen we een taxi voor morgen en kopen nog twee leuke beeldjes voor onze collectie thuis.

’s Avonds vroeg naar bed met een boek want na tienen is het hier nagenoeg uitgestorven.

DAG 18 – PADANG BAI

Vandaag genieten we wel van het ontbijtje in de mooie tuin voordat we weer verkassen. In Padang Bai is het weer een hotel dat van alle gemakken is voorzien.

We lopen 100 meter over een bergje om aan de andere kant uit te komen op de Blue Lagoon Beach. Een klein strand waar het koraal en de vissen zo vanaf het strand te bereiken zijn. In dat bereiken zit hem de grootste uitdaging want je moet tussen rotsen en over stenen heen laveren voor je kunt snorkelen, maar dan heb je ook een prachtig onderwater panorama voor je neus. Vissen in alle kleuren van de regenboog schieten voorbij boven mooi gevormd koraal.

In Padang Bai vertrekken de boten naar Lombok dus als we ’s avonds zitten te eten schuiven de grote schepen voorbij in het sfeervolle dorpje aan de kust. Op straat wordt er bij een aantal roulette-achtige spelletjes flink gegokt, de kinderen doen volop mee en de rupia biljetten vliegen over de vloer.

DAG 19 – PADANG BAI

Om tien uur hebben we een snorkeltripje afgesproken die ons eerst iets voorbij Blue Lagoon brengt en daarna boven een stuk koraalrif er net voor. En vooral op de tweede plek wemelt het van de vis. Soms zwem je door een hele wolk. Het blijft een adembenemend schouwspel, vooral als af en toe ook nog je snorkel volloopt. We proberen wat onderwaterfotootjes te schieten maar het blijft moeilijk scherpstellen met een duikbril op je neus.

Als we weer aankomen op het strand blijken ze niet op ons te hebben gewacht want een crematieplechtigheid is al in volle gang. Mannen staan in het water met een toren met een draak en andere mannen staan op en om een toren waar het stoffelijk overschot in ligt. In het water naderen beide torens elkaar steeds dichter terwijl het gamelan orkest op het strand het schouwspel muzikaal ondersteund.

Op het strand ook de familieleden van de overledene, met foto’s en offergaven in hun handen. Een man met aan een stok een geroosterd biggetje en een flesje water danst er woest tussendoor. De ene stellage lijkt het aarde leven te symboliseren en de stellage met de vliegende draak het vertrek uit het wereldse en de twee komen steeds dichter naar elkaar toe. Als ze elkaar bereikt hebben worden ze met veel moeite en vereende krachten uit het water getild. De draak eerst en daarna de toren met zeker 5 mannen en het lichaam van de overledene erop. De gevaartes worden de begraafplaats annex verbrandingsplek opgedragen waarna er een lang proces van offerandes, muziek en rituelen begint.

De “brandweerauto” die verschijnt komt niet een brandje blussen maar om een vuurtje te stoken. Eerst wordt het lichaam uit de toren gehaald en in de draak gelegd, offergaven volgen en dan gaan de branders aan. De brandweerlieden zijn met grote bamboestokken zorgvuldig in de weer om het vuur precies zo te laten branden als zij willen. Uiteindelijk brandt alleen het skelet van de draak nog terwijl er vlammen uit zijn bek komen.

Omdat de plechtigheid nog de hele middag door gaat horen we nog regelmatig muziek als wij het zwembad van ons hotel al hebben opgezocht.

DAG 20 – SANUR

Van Padang Bai terug naar Sanur. Weer even zoeken naar een hotel, want veel is volgeboekt. Maar in Palm Garden hebben ze nog steeds de presidentiële suite vrij. Een kamer met lelijke fauteuils en zitbank, twee slaapkamers, een reuzebalkon en 3 televisies. Het moet maar voor de laatste avond.

We gaan een tijdje naar het strand, wisselen dat later op de middag in voor het zwembad en lopen daarna nog een rondje door Sanur. Als we weer bij de zee uitkomen is een groot deel van het strand drooggevallen waardoor de boten op het droge liggen.

We gaan eten in ons vorige hotel omdat het eten daar uitzonderlijk goed is en keren dan terug naar onze presidentiële suite voor nog een paar films en het inpakken voor vertrek.

DAG 21 – SINGAPORE

Op het vliegveld van Denpasar valt om de haverklap de stroom uit maar we vertrekken toch gewoon op tijd naar Singapore. Daar overwegen we even om een gratis city tripje te maken maar als we zien dat het eigenlijk een verkapte winkeltour is proberen we ons maar op het vliegveld te vermaken tot onze aansluitende vlucht naar Frankfurt vertrekt. Dat is in Singapore niet zo moeilijk want er is een bioscoopje, er zijn bars en er zijn internetplekken. Daarna is het via Frankfurt en Munster terug naar huis.

Een gedachte over “2012 INDONESIË

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.