2003 ZUID INDIA

2003 ZUID INDIA

DAG 1 – CHENNAI (MADRAS)

Gisteravond hadden we geluk op Schiphol. Bij de Lufthansa balie konden we al instapkaarten krijgen en daardoor konden we vanmorgen een uurtje langer op één oor blijven liggen, hoewel 5.15 ook geen lekkere tijd is om op te staan. Toch heeft ook deze tijd zijn voordelen, half slapend vliegen we ongemerkt naar Zuid India.

Vanuit Nederland had ik telefonisch een poging gedaan een kamer te reserveren in een hotel. Dit is niet helemaal duidelijk doorgekomen. Ze hebben alleen nog een eenpersoonskamer. Maar met een extra bed komen we een heel eind. Na een aantal ingewikkelde formaliteiten en betalingen met onduidelijke reçuutjes kunnen we eindelijk verder met het inhalen van een hele hoop slaap.

DAG 2 – CHENNAI (MADRAS)

Het slaap inhalen wordt ons niet gegund. Onophoudelijk gaat de telefoon en wordt er aan de deur gebeld. Het blijkt geen brand of een op handen zijnde catastrofe maar het licht op het balkon is nog aan. Na deze ramp d.m.v. een lichtknopje bezworen te hebben worden we pas om één uur weer wakker en om dan nog een ontbijtje te vinden is geen eenvoudige zaak. We worden het eerste de beste restaurant binnengeloodst waar we met veel moeite de bestelling weten te beperken tot naan met kaas. En zelfs dat is al scherp.

Met een riksja laten we ons naar fort St. George brengen maar dat blijkt eigenlijk een verzameling regeringsgebouwen te zijn. Het leukst zijn alle witte autootjes met een vlaggetje voorop en een zwaailicht op het dak die klaar staan voor het notabelenvervoer. Even verderop ligt het hooggerechtshof waar het letterlijk zwart ziet van de advocaten. Links en rechts fladderen ze om ons heen in hun zwarte toga’s. Binnen zien we in de kantoren uitpuilende bureau’s vol pakken samengebonden dossiers en langs de wanden archiefkasten die bijna bezwijken door het papier van eeuwen. En vele klerken brengen de uitdrukking “van het kastje naar de muur” in praktijk. Buiten staan vele mensen en cameraploegen in afwachting van een gerechtelijke uitspraak over het stakingsrecht van ambtenaren.

Wij wachten de uitspraak niet af en wandelen langs ontelbare kraampjes op het strand terug richting ons hotel. Iedereen komt hier aan het eind van de dag een beetje uitwaaien. Voor de kinderen staan er draaimolens in het zand, voor de verliefde paartjes is er de mooie zonsondergang.

Voor onze eerste Indiase maaltijd laten wij het oog vallen op een Pizzahut maar zelfs hier is elke pizza overgoten met een “nice spicy saus”. Gelukkig lukt het ons om zelf een pizza samen te stellen met peperoni, champignons, uien en olijven.

DAG 3 – MAMALLAPURAM

Onze riksjarijder van gisteren ligt al op de loer en de afspraak voor een ritje naar het busstation is snel gemaakt. Ook blijkt er vlakbij onze kamer een restaurant te zijn waar men gewoon brood, boter en jam heeft ’s ochtends, hoera. Als we dit verorbert hebben en gepakt en gerugzakt bij de riksja staan heeft de chauffeur nog een speciale aanbieding. Hij wil ons wel helemaal naar Mamallapuram brengen. We besluiten de gok te wagen want het scheelt veel gedoe en tijd. Alleen de veiligheid is natuurlijk niet optimaal in zo’n blikken geval. Maar in de stad haalt niemand meer dan dertig kilometer per uur en daarbuiten blijkt het erg rustig op de weg. In hotel Sea Breeze vinden we een riant onderkomen. Een bungalow vlak bij het strand met het zwembad naast de deur.

Mamallapuram is het beeldhouwersbolwerk van Zuid-India. Overal klinkt het ritmische getik op de steen. De een is bezig met kleine snuisterijen, de ander werkt aan een complete zuilengalerij voor een tempel in Sri Lanka.

Maar de kunstenaars, verkopers en tempels moeten tot morgen wachten want eerst moeten wij bijkomen van alle vermoeienissen aan de rand van het zwembad. En daarna moeten we de inwendige mens nog verrassen met een enorme vis in restaurant Moonrakers. Het is lang geleden dat we zo’n lekkere vis op ons bord gehad hebben en laten ze nou nog bier hebben ook. Onze dag kan niet meer stuk.

DAG 4 – MAMALLAPURAM

Vandaag is dan toch het culturele erfgoed van Mamallapuram aan de beurt. We beginnen bij Arjuna’s Penance; uitgehouwen rotsen waar de verre voorouders van de huidige steenhouwers flink hun best op hebben gedaan. Tempels uit rotsen, bas-reliëfs op de muren of totaal bewerkte rotswanden met goden, olifanten, apen en slangen.

Met een riksja vervolgen we onze tocht naar de vijf Radna’s. Vijf mooie tempeltjes die 200 jaar geleden weer van onder het zand tevoorschijn kwamen, met een levensgrote olifant als blikvanger. Het mooiste hebben we tot het laatst bewaard, de Shore Tempel op het strand. Tientallen stenen koeien markeren de ingang. Verweerd door weer en wind. Helaas staat het Unesco monument in de steigers maar er is toch nog genoeg te zien. Een grote waterkering van rotsblokken moet verdere aantasting door de zee voorkomen.

De rest van de middag lummelen we wat rond en informeren links en rechts naar prijzen van Ganesha beelden en zilverwerk.

’s Avonds wacht wederom het feestmaal. Een iets kleiner visje deze keer maar wel in gezelschap van twee tijgergarnalen. We denken heel hard na maar we kunnen ons niet herinneren ooit beter gegeten te hebben, Vooral de sausjes zijn superbe.

DAG 5 – CHIDAMBARAM

Op weg naar het busstation vliegen ons de aanbiedingen van taxichauffeurs al om de oren en na niet al te lange tijd rijden we in een klassieke Indiase Ambassador richting Pondicherry. De chauffeur prijst tijdens de rit de schoonheid van het tempelcomplex in aan, nog 80 kilometer verder en aangezien het nog steeds zwaar bewolkt is en totaal geen strandweer besluiten we meteen ons reisschema aan te passen en de tip van de chauffeur te volgen.

Het drukke verkeer benut elke millimeter asfalt (of zandweg), zowel op de linker- als op de rechterweghelft om zo snel mogelijk het einddoel te bereiken waardoor we niet erg opschieten. Pas rond 2 uur zijn we in Cidambaram. De chauffeur heeft nog een aanbod om ons vier dagen rond te rijden maar zijn taak zit er wat ons betreft op. De komende dagen hoeven we steeds maar kleine afstanden af te leggen dus daar hebben we geen privetaxi met chauffeur voor nodig.

Om half vijf gaat het Nataraja tempelcomplex open. Bij de ingang staan allerlei mannetjes op onze schoenen en camera’s te wijzen dus we gaan eerst maar eens over op een omtrekkende beweging om de buitenzijde te bekijken en aan de achterkant kunnen we gewoon ongestoord naar binnen. De schoenen in de hand en dan genieten van de rijk bewerkte torens, van boven tot beneden vol met afbeeldingen van heiligen en goden uit de hindu wereld. We zijn ook nog welkom bij een vuurceremonie, waar je niet de schoenen, maar wel het fototoestel mee mag nemen maar er dan weer geen foto’s mee mag maken.

’s Avonds doen we een poging om in ons “Ritz” hotel te dineren maar mijn vrouw is absoluut niet enthousiast over de “not spicy” fried rice. De tandoori kip is lekker en mijn vrouw moet het doen met een gebakken ei. Later op de avond vullen we daarom ons dieet aan met mango’s en bananen.

DAG 6 – KUMBAKONAM

Het ontbijt: we vragen toast, boter, jam, koffie en roerei. Een half uur gebeurt er niets. Dan komt de toast en een klein beetje jam. Waar blijft de boter?

‘Two minutes.’

Tien minuten later komt de boter en het roerei. Maar het roerei bevindt zich wel in een melkachtige soep. Dat kan dus terug. Waar blijft de koffie? We willen opstaan maar er klinkt een ‘two minutes’ en we gaan maar weer zitten. Tien minuten later komen er twee kannen met koude koffie, hoewel het koude bruine vocht bij nadere inspectie thee blijkt te zijn. Dit keer houden we het echt voor gezien. We halen onze spullen van boven en vertrekken naar het busstation. Daar kunnen we zo instappen, de bus vertrekt net. Eerst achterin, maar later kunnen we voorin bij onze bagage zitten. Het is weer kruip door, sluip door en we doen bijna drie uur over 67 kilometer.

In Kumbakonam hebben we net als overal tot nu toe een zeer goede kamer met TV. Dus CNN, de tour de France en een filmkanaal. Zeer luxe dus.

Met een riksja rijden we eerst 4 kilometer de stad uit om de Airatesvaratempel in Dharasuram te bekijken. Een complex uit 1100 met zeer rijke details. Een gids laat ons alles zien. Vele godensagen staan afgebeeld en wie goed kijkt kan visuele grapjes van de beeldhouwers zien zoals een acrobatische vrouw die, als je delen van haar lichaam met je handen afdekt steeds haar benen op een andere plek heeft zitten. Of dubbele afbeeldingen in één plaatje, van links uit gezien een stier, van rechts uit een olifant. En we zijn bijna de enige bezoekers dus we kunnen ongestoord ronddwalen.

Aan het eind van de middag bezoeken we de vele bont beschilderde tempels in Kumbakonam zelf. Het zijn reuze poppenhuizen. Honderden beelden bevolken de hoge gevels en hier en daar ontwaren we zelfs een aantal erotische scènes. In een tempel staat een olifant de mensen te zegenen met zijn zwaaiende slurf. Ondertussen pakken de wolken zich samen voor een fikse bui.

In het restaurant lukt het zowaar om iets te eten en daarna maken we nog een avondwandeling langs de winkeltjes. Tot besluit bestijgen we de naast ons hotel gelegen trap naar bar Discovery waar er koud bier, rum en wodka is. Mijn vrouw is de enige vrouw in het gezelschap maar daar kunnen wij niet mee zitten. We hopen de andere aanwezigen ook niet.

DAG 7 – THANJAVUR

We moeten naar een ander hotel lopen voor het ontbijt en ook deze keer moet een deel van het bestelde terug naar de keuken. Hier hebben ze namelijk bedacht om het brood alvast te smeren, met jam dus. En daar is mijn vrouw niet blij mee. Zelfs het meest simpele ontbijtje kan op allerlei manieren voor complicaties zorgen.

We hebben weer snel een bus te pakken die ons nog sneller naar Thanjavur wil brengen. De chauffeur smijt zijn gevaarte bij nadering van een tegenligger steeds op het allerlaatste moment van links naar rechts. We doen een dringend beroep op de man om te proberen alle passagiers veilig op hun eindbestemming te brengen. Hij grijnst schaapachtig maar doet het gelukkig toch wat rustiger aan.

Onze airco de luxe suite van vandaag blijkt een muggennest dus we moeten in actie komen. Meppen met de slipper, het muskietennet, de lotion en de spiraal. Alles wenden we aan in de oorlog tegen de rotbeesten.

’s Middags bezoeken we de Brihadishwara tempel uit de tiende eeuw. Weer eentje van de wereld erfgoed lijst. En een bijzonder mooie. Vooral de grote toren boven de tempel is indrukwekkend. Dit soort plekken nodigt natuurlijk uit tot filosoferen over de wereld en de mensheid en zo zit ik een uur te debatteren met de leider van een kleine ashram. Het lukt ons binnen een uur om er uit te komen waar het heen moet met de wereld. Nu moeten we deze boodschap alleen nog aan de rest van de wereld zien over te brengen. De tempelolifant lijkt er wel in te geloven.

We bekijken ook nog een museum met alle beelden die uit de tempels zijn gekomen maar vele zijn hetzelfde en in de hitte van vandaag ben je dan snel uitgekeken.

We verwennen onszelf door een chique hotel uit te kiezen om te eten maar het nadeel is dan dat je meteen tussen een Djoser groep o.i.d. terechtkomt. Maar het eten is geweldig, zelfs met een karamelpuddinkje toe. Als we na het eten nog een ommetje maken kan mijn vrouw niet langer weerstand bieden aan de winkels met Indiase jurken. Honderden zakken worden er open getrokken en uiteindelijk gaat ze met haar eerste aanwinst naar buiten, het was nog afgeprijsd ook.

Na een lekkere borrel, gin met citroenlimonade, strekken we ons uit in onze muggensuite.

DAG 8 – TRICHY

Weer een etappe verder op de tempelroute brengt ons in Tiruchirappali of Trichy. Hier ligt het enorme tempelcomplex Srirangam. Met een complete markt binnen de muren. Pas vanuit een uitkijkpunt zie je de omvang van het totale complex. Bijzonder is dat een van de tempels een compleet gouden dak heeft. Maar qua schoonheid en detaillering waren de kleinere tempels van de afgelopen dagen toch veel mooier. Verderop, op een rots ligt ook nog een tempel, maar ook hier is het weidse uitzicht van bovenaf mooier dan de tempel zelf. Komt nog bij dat ons hotel ligt in samenklontering van tientallen hotels en busstations wat het er niet leuker op maakt. ’s Avonds is het alleen maar opletten dat je niet wordt overreden. Als dan tot overmaat van ramp ook nog Jaws 3 op TV wordt vertoond is het tijd om snel te gaan slapen.

DAG 9 – MADURAI

Ontbijtnieuws: het roerei voor mijn vrouw komt vandaag in de gesuikerde variant, net een geel puddinkje. Dat kan dus alweer terug naar de keuken.

We hebben vandaag geen zin in 4 uur hobbelen in een bus dus gooien we er 1100 roepies tegenaan voor een taxi, anders krijgen we het geld nooit op. En zo rijden we rustig richting Madurai, alleen onderbroken voor een milk-tea stop. In Madurai staat weer een gigantisch tempelcomplex op ons te wachten maar om dat vanaf een dakterras te mogen aanschouwen moeten we ons een uur lang de zoete woorden van een verkoper uit Kasjmir laten welgevallen. De route naar het dakterras loopt namelijk dwars door zijn winkel. Het uitzicht is gratis maar voor een Ganesha-beeld wil hij 280 dollar. De prijs is niet eens leuk om een beetje te gaan onderhandelen.

De Sri Meenakshi tempel is vol leven. Overal devote discipelen, rituelen en geluid. In de buitenste ringen wordt volop handel gedreven, binnenin is het Hindus only.

We zwerven nog wat over de markt, zien de kleermakers aan het werk en gaan dan weer hoopvol een restaurant binnen. Helaas stonden ook hier pepers op het aanrecht. Je wordt er moe van, nooit eens proeven wat er echt op je bord ligt.

DAG 10 – KANYAKUMAKI

Ook vandaag laten we een busrit van 6 uur aan ons voorbij gaan en accepteren snel het aanbod van een oud mannetje met zijn taxi. Al snel blijkt dat dit niet veel tijdwinst zal gaan opleveren want deze chauffeur is voor de verandering eens uiterst behoedzaam. Veel meer dan 50 kilometer per uur halen we niet. Na vijf uur rijden we door een eindeloos windmolenpark Kanyakumaki binnen. Daar krijgen we een prachtige kamer met uitzicht op zee, het dorp onder het balkon en de belangrijke monumenten in zicht.

We maken een wandeling langs de tempel en maken hernieuwd kennis met de in oranje uitgedoste Catweazels met de drietand (zie India 1996). We moeten ons veel verkopers van het lijf houden die niet snappen dat we geen belangstelling hebben voor haarknipjes, verrekijkers, zonnebrillen en toekomstvoorspellende marmotten en papegaaien.

En ’s avonds lukt het ons niet om hier aan zee een reusachtige vis op ons bord te krijgen. We moeten het doen met vis uit de diepvries in een saus. Lekker maar helaas.

DAG 11 – KANYAKUMAKI

Alles in Kanyakumaki staat in het teken van Vivekananda, de rondtrekkende monnik. In een museum zijn al zijn zwerftochten door India te volgen. Overal is hij geweest. Alleen aan het eind vertrekt hij per boot naar Amerika en dan houdt het verhaal op. Met de boot kunnen we naar het rotseilandje voor de kust waar het enorme beeld van de swami staat. Vanaf zijn schouders heb je een mooi uitzicht over de wilde zee en het vasteland. Onze schouders hebben voor het eerst last van de zon die genadeloos brandt. De crème moet uit de tas om te voorkomen dat we op kreeften gaan lijken.

We maken nog een wandeling door het vissersdorpje dat feitelijk onder het balkon van ons hotel ligt en daarna laten we in een winkeltje weer tientallen Punjabi dresses uitpakken want mijn vrouw wil graag nog een exemplaar.

Er is hier weinig keus aan restaurants dus het wordt weer hetzelfde menu als gisteren op dezelfde plek. Het wordt dus tijd om weer verder te trekken.

DAG 12 – KOVALAM

Er vertrekken, naar men zegt, maar weinig bussen richting Kovalam dus nemen we weer een taxi. Ditmaal wel inclusief een klein toeristisch uitstapje; een bezoek aan het Padmanabhapuram paleis. De eerste gebouwen stammen uit 1550. Mooi houtsnijwerk, grappige raampjes en zeer bijzondere vloeren, gemaakt van schelpengruis, kokosnoten, eiwit en plantensappen. Hoe ze het precies gedaan hebben is onduidelijk maar de vloer is spiegelglad en glimt nog steeds.

In Kovalam staat de bebouwing zo dicht op elkaar dat je via nauwe gangetjes je hotel moet zoeken. Maar als dat hotel blijkt toegerust met een spiksplinternieuw zwembad hoor je ons al lang niet meer klagen. En het zwembad is geen overbodige luxe want het predikaat “het mooiste strand van India” dat Kovalam heeft opgeprikt gekregen is ver naast de waarheid. Een klein strandje met zwart zand is alles wat Kovalam te bieden heeft. Een paar restaurants, wat winkels en niet eens een fatsoenlijke horde verkopers die je onder de voet dreigen te lopen. Gelukkig hebben ze wel lekkere garnalen.

Er zijn weinig toeristen. In ons hotel is slechts één kamer meer bezet, met een Zwitsers stel dat hier 5 weken wil vertoeven. Een spannend voornemen.

Om 10 uur gaat overal het licht uit en komt het “swingende” strandleven volledig tot stilstand. Tijd voor het betere boek.

DAG 13 – KOVALAM

Voor de zekerheid kijken we ’s morgens toch nog even om een hoekje en daar blijkt inderdaad nog een wat groter strand te liggen. Ook met zwart zand, maar toch. En aangezien de vooruitzichten op betere stranden er niet zijn en we in ieder geval een lekker zwembad hebben besluiten we nog een dagje te blijven.

In een klein gedeelte van de zee, afgebakend door onophoudelijk fluitende strandwachten mag er te water gegaan worden. Zwemmen is niet mogelijk, daarvoor is de golfslag te zwaar maar het is wel heerlijk verfrissend. De mannen durven zowaar met shorts aan het water in maar de vrouwen staan nog steeds geheel gekleed tot aan hun knieën in het water. Om aan de fluitende badmeesters te ontsnappen zoeken we ’s middags ons zwembad op.

En aangezien het hier moet doorgaan voor een badplaats zijn er ook winkeltjes voor de toerist waar ze mooie ringen hebben. Mijn vrouw gaat voor een moderne beschaafde ring, ik laat mijn oog op twee knotsen vallen. Ze moeten nog wel groter gemaakt worden. Voor 68 euro mogen we ze alle drie meenemen. We gaan eerst eten. Mijn vrouw loopt de hele dag al te dromen van verse vis. We bestellen er dan ook maar gelijk twee. Als ze heerlijk geurend geserveerd worden wordt ze echter wat ziekjes en heeft buikpijn met als gevolg dat de hele maaltijd aan haar neus voorbij gaat. Ze heeft een geweldig gevoel voor timing. Ik haal nog snel even de ringen op en dan is het alweer uitgestorven in Kovalam.

DAG 14 – KOLLAM

We pakken een taxi naar Kollam, verder noordelijk langs de kust. Bij een bureautje kopen we de kaartjes voor de 8 uur durende “backwater tour” voor morgen. Daarna dwalen we wat door het hete Kollam. Voor een nichtje kopen we mooie sari stof. Mijn vrouw krijgt een cursus sari wikkelen. Door wel tien verkoopsters wordt ze omwikkeld.

Kollam heeft verder geen bezienswaardigheden dus na de wandeling settelen we ons met chips en fris in ons hotel om de spectaculaire grandprix van Silverstone te zien waar een idioot de bolides, die 300 kilometer per uur rijden, vrolijk tegemoet rent. Als toetje hebben we dan nog de thriller van de Tour de France op de Tourmalet en de Aubisque. Ulrich valt aan, Armstrong volgt. Tot Armstrong over een toeschouwer valt. Ulrich wacht netjes tot zijn rivaal terug is maar als dat het geval is gaat Armstrong er als een speer vandoor en wint de etappe.

Om bij te komen van deze enerverende gebeurtenissen pakken we na het eten nog een drankje in de bar, maar het is er verboden te roken en er zijn dronken zeurpieten dus laten we het maar bij één gin-tonic.

DAG 15 – ALAPUZA

Om 10.30 schepen we ons in voor een tocht door de befaamde backwaters van Kerala. Evenwijdig aan de kust doorkruisen we de kleine en grotere kanalen. Overal zijn er mensen aan het werk. Ontelbare vissers in boten van allerlei afmetingen, of gewoon met de hengel. Langs de kant wordt er gewassen, gepoetst of gebaad. Kokosschillen worden verwerkt tot touw, rijstvelden bewerkt en vracht vervoerd over het water. Op de boot worden we vergezeld door Fransen en Australiërs en met de Aussies vinden we een plekje op het achterdek. We varen langs een woud van Chinese visinstallaties, een net dat men met een hefboom langzaam in het water laat zakken. Het is vandaag helaas bewolkt wat jammer is voor de foto’s. (Achteraf blijkt het niets uitgemaakt te hebben want al onze foto’s zijn door een defect mislukt).

We zien voor het eerst ook andere vogels dan kraaien. Vele visarenden, bruin met een witte kop. Verder een soort roerdomp en ook de felgekleurde ijsvogels. Hier zijn ze blauw met een donkerrode kop.

In Alapuza vinden we snel een hotel bij de aanlegsteiger. En met een van de Australiërs die hier ook een onderkomen heeft gevonden maken we er in het door mannen drukbezochte restaurant (want er wordt alcohol geschonken) een gezellige avond van. In de bar proberen we dit voort te zetten maar om 22.30 doen ze daar het licht uit.

DAG 16 – COCHIN

Ontbijtnieuws. Er gaat weer een hele speurtocht aan vooraf voor we een plek vinden waar we kunnen ontbijten. De bestelling 1 x toast, boter en jam en 1 x toast en boter komt als volgt op tafel: eerst twee borden gesmeerde toast met jam en daarna, als mijn vrouw duidelijk probeert te maken dat zij geen jam besteld had komen er twee borden met toast met boter. Maar de koffie is geweldig.

We nemen een taxi naar Fort Cochin en vinden daar een hotel met tuin en veranda. Maar natuurlijk is er ook een minpuntje, ze verkopen geen bier.

We beginnen een wandeltocht over het eiland. Eerst langs het Nederlandse kerkhof met tombes uit 1700. Toen al teksten met “hier rust de huisvrouw” en “hier rust het kil en koud gebeente van de commandeur”. Ook in de in 1500 door Portugezen gestichte kerk liggen grafstenen. Aan de ene kant de Nederlandse en aan de andere kant de Portugese die teruggaan tot 1600. Ook de beenderen van Vasco da Gama hebben hier enkele jaren gelegen voor ze teruggebracht zijn naar Portugal. Bij het Indo-Portugese museum moeten we de suppoosten wakker maken om allerlei kerkelijke attributen uit de kerken uit de omgeving te zien. Als mijn vrouw wil kijken of er op de benedenverdieping ook nog wat te zien is daalt ze de trap af en betreedt de spiegelgladde marmeren vloer. Althans dat dacht ze want even later staat ze gillend tot haar knieën in het water. De vloer bleek gezichtsbedrog. Natte voeten dus i.p.v. een expositie.

Bij de kerk spelen de schoolmeisjes en oefenen ze op drums en even verderop doet een brandweercommandant zijn best om zijn manschappen te drillen. Het resultaat kan zo in een Engelse komedie.

Om vijf uur begint in een provisorisch theater een kathakali dansvoorstelling, de traditionele dans van Kerala. Eerst kunnen we getuige zijn van het grimeren. De drie dansers beginnen met het met felle kleuren opzetten van het basispatroon. Daarna gaan ze op hun rug liggen zodat een ander het precisiewerk kan doen. Een opstaande witte baard wordt helemaal van stukken wit karton gemaakt. Halve manen papier worden op maat geknipt en dan op het gezicht vastgezet. Met een vloeibare witte rijstpap worden dikke lijnen getekend en ook de andere kleuren die gebruikt worden zijn op natuurlijke basis, een bepaalde steensoort gemengd met kokosolie geeft geel, groen, rood en zwart. Met de prachtige, imposante kostuums erbij levert dat een mooi schouwspel op. De inhoudelijke betekenis van dit alles ontgaat ons westerlingen een beetje en wat we te zien krijgen is al een uitsnede uit een uren durende voorstelling. Alle duizenden verschillende gebaren en gezichtsuitdrukkingen hebben een vaste betekenis, daar moet eerst een gedegen studie aan vooraf gaan. Maar als je uitgaat van het universele theatergegeven: man wil vrouw en dan begint het gedonder, zit je redelijk op het spoor.

In ons hotel nuttigen we een heerlijke maaltijd die we helaas moeten wegspoelen met water, maar bij de buren is een digestief voorradig.

DAG 17 – COCHIN

Ontbijtnieuws: men bestelt 1 omelet, men krijgt er 2.

Vandaag het 2e deel van de bezienswaardigheden van Cochin. In het “Nederlandse” paleis zijn prachtige muurschilderingen te zien. Het hele godenepos ontvouwt zich voor je ogen. Er zijn ook mooie draagstoelen die zo rijk bewerkt zijn dat je je afvraagt hoe ze nog te tillen waren. Verder zijn er oude Nederlandse tekeningen en plattegronden van Cochin waarop elke Nederlandse provincie zijn naam mag geven aan een hoekje Cochin.

Net voor sluitingstijd wippen we nog snel de synagoge binnen met Belgische lampen, Chinese tegels en vrijwel geen Indiase joden meer. Na wat rondgeneusd te hebben in de naastgelegen winkels zoeken we de specerijen markt maar naar alle waarschijnlijkheid ligt iedereen siësta te houden want een markt komen we niet tegen.

’s Middags is het tijd voor niksen op de veranda met een boek, voor een biertje drinken en een flesje rum kopen bij de buren en dan de regen.

DAG 18 – THRISSUR

We verlaten helaas het fijne Fort Hotel, we moeten weer verder. We rijden via een zeer drukke weg naar Thrissur waar een zeer groot en belangrijk tempelcomplex moet liggen, alleen ontdekken we bij aankomst pas dat het niet toegankelijk is voor niet Hindus. Dus ons rest weinig anders dan een rondje te lopen. En zelfs daarmee moeten we wachten tot na 4 uur want daarvoor regent het dat het giet. Bij de tempel is wel een kleine tuin waar zeven olifanten geparkeerd staan. Verder doden we de tijd met winkelen. Kledingzaken, een CD winkel, tussen door een kopje koffie en dan maar weer naar ons luxe hotel. Al met al een beetje een verprutste dag.

DAG 19 – MYSORE

We hebben geen zin in nog meer verloren dagen dus we pakken het rigoureus aan. Een taxi naar Mysore, dwars door de bergen. Nog geen 300 kilometer maar toch staan er 7 à 8 uur voor. Het wordt een prachtige rit want de chauffeur kiest voor de kortste weg en dat betekent over smalle weggetjes met weinig verkeer.

Als we de bergen oversteken is er bijna helemaal geen verkeer meer en we prijzen ons gelukkig dat er geen moessonbuien vallen want dan zouden we waarschijnlijk compleet weggespoeld worden. Als we de bergen over zijn wacht een verrassing want we rijden zomaar door een nationaal park. Twee soorten apen, een zwart mangoest-achtig beest, damherten en natuurlijk wilde olifanten, het lijkt bijna een safari. En Mysore lijkt ook het beloofde vakantieparadijs. Overal paleizen en tempels en een zeer levendig centrum waar het bruist van de activiteit. We hebben er weer zin in.

DAG 20 – MYSORE

We maken een omtrekkende beweging rond het paleis om via de zuidingang naar binnen te gaan. Camera’s zijn helaas verboden binnen en dat is erg jammer want het paleis is van sprookjesachtige allure. Gedetailleerde wandschilderingen van parades en feesten vertellen hele verhalen. Zelfs alle namen van notabelen, militairen en maharadja-families staan erbij. Alles is van zilver of goud en de dakkoepels zijn van rijk beschilderd glas in lood. Vooral de schilderijen en oude foto’s vertellen veel over de gang van zaken in het paleis aan het begin van de vorige eeuw.

In het museum zijn de gebruiksvoorwerpen van de maharadja-familie te zien. Ferrari-rode trapauto’s, op kleur geselecteerde borstels en een zaal met de opgezette jachttrofeeën.

In de stad ontmoeten we de jarige Matthew, een hyperactieve Indiër die overal werkt. Alternatieve massage, muziek maken in een hotel en werken in een weeshuis. Verder leest hij ons even de hand en verteld van alles over geuren. En frappant is dat hij in mijn hand precies mijn vrouw’s karakter ziet en andersom, terwijl we toch niet meer zo vaak hand in hand lopen. Ik moet een verjaardagsliedje voor hem zingen en hij beantwoordt mijn gezang met “leaving on a jetplane”. Twee uur later is hij nog geen moment stilgevallen terwijl hij toch cursussen geeft waarbij je 21 dagen niet mag praten, oogcontact mag maken of iemand mag aanraken. Maar het kan natuurlijk zo zijn dat hij net zo’n sessie achter de rug heeft en daarom zo uitbundig is.

Op de Devaraja bloemen- en fruitmarkt halen we onze gemiste fotokansen van vanmorgen ruimschoots in (tevergeefs zoals achteraf zal blijken). Overal felle kleuren, of van de bergjes verf of van de bloemen in alle soorten en maten. Oranje bergen afrikaantjes, lange strengen jasmijn en de verkopers er bovenop de tafel middenin. Parfum, vers geperst, is er ook te kust en te keur.

Om 7 uur wordt het sprookje helemaal compleet als het paleis door tienduizenden peertjes een uur lang in het licht gezet wordt. Heel Mysore loopt er voor uit om het sprookjesachtige tafereel te aanschouwen.

DAG 21 – MYSORE

Via het hotel hebben we een dagtochtje geboekt en dus gaan we op weg door het achterland van Karnataka. De eerste stop is bij de berg in Sravanabelagola. Vijfhonderd uitgehouwen traptreden in de rots leiden ons de Vindhyagiri berg op. En de beloning na deze uithoudingsproef is het immense naakte beeld van Gomateshvara, waarschijnlijk al in 981 uit de bergtop gehakt. In het wit gehulde vrouwen aanbidden het beeld. Mannen reciteren gezangen. Achter het beeld zelf is nog een zuilengalerij met kleine uitgaven van hetzelfde beeld. Vanaf de top heb je een fantastisch uitzicht over de hele omgeving en het dorp beneden. De volgende bezienswaardigheid wacht ergens in de verte maar eerst moeten we nog weer vijfhonderd treden af.

In Halebid bezoeken we de Hoysaleswara tempel. En misschien hebben we het in ons enthousiasme al veel vaker geroepen maar hier is echt het meest superbe beeldhouwwerk te zien dat we ooit zagen. De hele tempel is van boven tot onder bewerkt en op sommige plekken is het zo ragfijn gedaan dat het lijkt alsof de figuren kleding van kant aanhebben.

Bij onze derde stop in Belur is de Channeskeshava tempel bijna net zo mooi maar vergeleken bij Halebid moet deze toch duidelijk in de schaduw staan.

Het is een lange weg terug naar Mysore waar we pas tegen zeven uur terug zijn. Een lekkere gin-tonic en een heerlijke maaltijd moeten de vermoeide reiziger weer wat doen aansterken.

DAG 22 – MYSORE

Eerst doen we deze morgen onze plicht en versturen onze kaarten. Helaas gaan ze door de frankeermachine dus geen mooie postzegels voor de ontvangers.

We hebben nog één tempel op ons verlanglijstje staan in de buurt van Mysore dus nemen we een taxi naar Somnathpur om daar de Keshava tempel te bekijken. Hier, in de middle of nowhere wordt ineens wel entree geheven. De tempel is van dezelfde orde en schoonheid als de twee van gisteren. Dus dwalen we opnieuw langs de muren om de vele taferelen te bekijken. Hier staat weer het resultaat van 100 jaar hakwerk (of meer) in volle glorie.

Terug in Mysore trakteert mijn vrouw zichzelf op haar derde Punjabi-pakje. De 220 roepies, zo’n 4 euro zullen ons de kop niet kosten. Als we verder door de stad lopen vinden we zowaar een vleesmarkt in dit vegetarische land. Geitenkoppen liggen klaar voor de hongerige koper. Vlakbij ons hotel is een Jain tempel in aanbouw. De wit marmeren toren lijkt binnen een gewone huisstructuur gebouw te worden. Als alles klaar is kun je de toren dus alleen van binnen zien op drie verschillende verdiepingen. En natuurlijk moet het marmer rijk versierd worden zodat men nog een jaar of tien hakwerk te gaan heeft.

Morgen gaan we Mysore helaas verlaten dus voldoen we alvast onze hotelrekening bij de manager, de assistent manager en diens assistent terwijl een leger obers en hotelpersoneel glimlachend toekijkt. En attent als ze zijn hebben ze de tonic al koud gezet voor ons dagelijkse aperitiefje. En de maaltijd wordt natuurlijk besloten met de Caramel Custard.

DAG 23 – BANGALORE

Met pijn in het hart verlaten we het fijne Palace Plaza met haar omvangrijke staf. De trein is vandaag ons vervoermiddel. En die trein rijdt hier keurig op tijd. Alleen is het wel net een rijdende gevangenis met tralies voor de ramen en keiharde banken. Met de inwendige mens kan echter weinig mis gaan want het is een onophoudelijk komen en gaan van verkopers met snacks, nootjes, koffie, thee en fris. Dit wordt afgewisseld door af en toe een dove, blinde of lamme bedelaar.

In Bangalore komen we in een relatief duur hotel terecht midden tussen de winkelende techno-yuppen van deze Silicon-Valley van India. Ineens zijn er pizzatenten, steakhouses en winkelcentra. Ook zijn er een aantal pubs maar die zitten vol met dronken opgewonden ventjes. En als er één pub wel leuk lijkt met muziek van Lynyrd Skynyrd en Acid-Rock hebben ze een klein, maar niet onbelangrijk minpuntje; ze schenken alleen bier. Geen sterke drank, koffie of thee. En na een flinke regenbui hebben we nou net geen zin aan bier. Kortom, leuk om weer even geroken te hebben aan de geneugten van de moderne tijd maar morgen gaan we snel weer verder.

DAG 24 – TIRUPATI

We laten de grote stad achter ons om de binnenlanden weer op te zoeken. We reizen 240 kilometer om Tirupati te bereiken. Vanuit hier kunnen we morgen het pelgrimsoord Tirumala bezoeken. Tirupati lijkt bij binnenkomst slechts een lange straat met hotels maar erachter ligt een superdrukke stad waar er bijna geen doorkomen aan is.

Mensen die al in Tirumala geweest zijn kan men herkennen aan hun kale kop, want er schijnt daar haar gedoneerd te kunnen worden.

Bij het eten is het weer een en al gedienstigheid. Je krijgt de kans niet om zelf op te scheppen of te kiezen wat je überhaupt op zou willen scheppen. Constant staat er iemand naast je tafel om te informeren of alles naar wens is. En beleefd wordt er geïnformeerd of ik dokter of ingenieur ben. En of we na afloop zo vriendelijk willen zijn een enquête in te vullen hoe de service en het eten was. Zelfs je trouwdatum willen ze weten. Misschien krijg je t.z.t. een kaartje van de slijmjurken.

DAG 25 – TIRUMALA

Ook ’s ochtends is er volop service, of moet men zeggen slaafsheid? Om 8 uur staat er al iemand op de deur te bonken om te laten weten dat hij een krant onder de deur door heeft geschoven. Om 8.30, nadat mijn vrouw “do not disturb” aan de deurknop heeft gehangen, gaat de telefoon met de vraag of we willen ontbijten. Deze gedienstige werknemer wordt door mijn vrouw getrakteerd op een onvervalste scheldkanonnade.

Met de bus gaan we ’s ochtends de berg op naar Tirumala. De weg is zeer slim aangelegd. Eenrichtingsverkeer, zeer veel haarspeldbochten zodat niemand hard kan rijden en om de 5 meter waarschuwingsborden met: levensgevaarlijk en rijdt langzaam. Verder is het verboden te plassen in het openbaar, kost spugen 25 roepies, evenals roken en is het verboden te drinken.

In het pelgrimsoord zelf neemt de hoeveelheid kaalkoppen snel toe terwijl de haarverkopers hun waar op straat uitspreiden. Ook de verkopers van petjes doen goede zaken.

Alle pelgrims worden via een soort kooisysteem tot het heiligdom toe gelaten en daarvoor staan ze dan misschien wel een uur of meer te wachten. Af en toe een gezang houdt de moed er in. Wij, als enige toeristen in de wijde omtrek, gaan er eens goed voor zitten. De behoefte om zelf in de kooi te gaan staan wachten is er niet.

Terug in Turupati is er ook nog van alles te zien. Krijsende apen met grote hoektanden op de daken, mannen met lampen op hun hoofd in processie door de straten en ineens 2 olifanten die door de smalle straatjes komen met daar achter aan muzikanten en dragers met godenbeelden, versierd met bloemen. Het winkelend publiek kan niet klagen over te weinig vermaak.

DAG 26 – KANCHIPURAM

Het is nooit lang wachten op een bus, meestal vertrekken ze meteen. Maar daarna schiet het voor geen meter op. Dik drie uur voor iets meer dan 100 kilometer. Het is wel een mooie rit en waarschijnlijk door de zaterdag is er nauwelijks vrachtverkeer. We zoeken in Kanchipuram weer een hotelletje en deze heeft een leuk restaurant op het dak. Alleen het eerste biertje dat ze serveren belooft weinig goeds, het is ver over de datum en zo dood als een pier.

We maken een wandeling door de stad en lopen toevalligerwijs al tegen een eerste tempel aan. Een van de velen die Kanchi rijk is. En in deze Kamakshi Amman tempel is het interessant vandaag want men zit midden in een 11-daagse viering van het een of ander. De tempelolifanten zegenen de mensen en overal zitten in wit geklede mannen gezangen te reciteren. Jonge jongens zitten ook al in lange rijen te oefenen maar zij kunnen de aandacht er nog niet echt bij houden.

’s Avonds op TV zien we ook nog beelden van een minister die ook vanmiddag de tempel bezocht heeft en als we gaan eten staat zijn escorte voor het restaurant waar wij ook naartoe willen. Alleen de minister van de hindu partij zal wel in het vegetarische deel zitten terwijl wij aan de niet-vegetarische kant zitten.

DAG 27 – KANCHIPURAM

Voor de verandering is het vandaag eens een stralend heldere dag. We hebben nog een aantal tempels op ons verlanglijstje staan. De Sri Ekambaranathar tempel is een hele grote maar doet in alles denken aan vele vorige. Alleen wordt hier driftig gebruik gemaakt van het zwembad en wordt het vieze groene water tevens gebruikt voor het eindeloos schrobben van de kleding.

De Kailasanatha tempel is de oudste van Kanchi en eigenlijk de mooiste. Helaas niet meer helemaal intact maar nog steeds met mooie zuilengalerijen en angstaanjagende demonenkoppen. Bij een winkeltje tegenover de tempel treffen we een jongen die civiele techniek studeert en zo ontspint zich een heel gesprek tussen hem en mijn vrouw over stadsplanning, gebouwen en bruggen. In zijn huis staat een zeer eenvoudige tekentafel waar hij zijn opdrachten op maakt en mijn vrouw belooft hem om wat werk uit Nederland op te sturen. We kopen bij hem ook nog een leuke kop van de aapgod Hanuman. De katoenweverijen die hier normaal gesproken te bezichtigen zijn liggen vandaag helaas stil omdat het zondag is dus gaan we terug naar ons hotel voor een frietje met een biertje.

Om vier uur willen we ons veldwerk hervatten met de laatste tempels van ons lijstje maar er barst een kleine storm los. Een plensbui met harde wind blaast het water zelfs onder de deur door de hotelgang in. In een mum van tijd veranderen de straten in halve rivieren en beginnen de lekkere riolen van de Indiërs over te lopen. Geen tempels meer vandaag. En op onze kamer is het ook al niet geweldig want voor het eerst hebben we een TV die niet goed werkt. Om alles een beetje goed te maken gaan we maar lekker uit eten in het chique hotel van gisteren.

DAG 28 – MAMALLAPURAM

Een laatste stuk met de bus naar Mamallapuram en ons rondje Zuid-India is voltooid. Op zoek naar luxe gaan we eerst naar een duur beach resort maar daar hebben ze maar voor één nacht een kamer vrij en dan ook nog net de duurste. Bij de buren hebben ze wel een kamer maar daarbij vraag je je af waarom die zo duur moet zijn en zo komen we als vanzelf weer terecht bij hotel Sea Breeze, ons hotel van het eerste uur. Midden in het dorp met al zijn winkels en restaurants. We zoeken ook onmiddellijk onze vrienden van Moonrakers weer op waarmee ook onze voedselvoorziening weer optimaal geregeld is.

De vooruitzichten voor de komende dagen: luieren aan het zwembad, winkels in en uit, vis en garnalen en een koud biertje. Dat het ’s avonds enorm begint te plenzen is minder. Tezamen met de Moonraker Boys moeten we wachten tot de weg weer enigszins begaanbaar is.

DAG 29 – MAMALLAPURAM

Systematisch beginnen we alle winkels in Mamallapuram af te stropen op zoek naar sieraden of bijzondere objecten. Aan het eind van de ochtend is een armband het eerste tastbare resultaat. Morgen doen we nog een straat. Het weer is niet echt het strandweer waar we op gehoopt hadden dus veel meer dan een korte strandwandeling zit er niet in.

’s Middags verzamelen alle toeristen zich rond het zwembad om af en toe een duik te nemen onder het waterige zonnetje en aan het eind van de dag worden we met veel enthousiasme door de Moonraker Boys onthaald als we komen eten. Ze zorgen er wel goed voor dat we steeds weer bij hun komen eten. Ondertussen begint de regen weer te kletteren. Maar we kunnen ondertussen genieten van witte rum met een kokossmaakje die de heren vandaag, volgens hun eigen spannende verhaal, uit Pondicherry hebben gesmokkeld.

DAG 30 – MAMALLAPURAM

Na vier weken toast waag ik me vandaag aan de muesli. Met het vertrek aanstaande word je altijd wat overmoedig. Er ligt voor vandaag nog een rijtje winkels op ons te wachten en onze strooptocht levert nog twee kleine ringetjes op. ’s Middags verblijven we wederom aan het zwembad om de boeken uit te lezen en ’s avonds naar Moonrakers. Vis en kreeft. Zie hier toeristen in ruste.

DAG 31 – CHENNAI (MADRAS)

Om alle “bekenden” te ontlopen in Mamallapuram gaan we er ongemerkt vandoor in een taxi naar het busstation. Van daaruit vertrekken we naar Chennai waar we voor een halve dag een goedkope kamer nemen. Daarna gaan we de stad in en mijn vrouw vindt bij de Pondy Bazaar zowaar haar chique outfit waar ze al lang naar op zoek was. Via het strand maken we een lange wandeling terug. Het strand is net een markt. De mensen die komen uitwaaien kunnen gebruik maken van kleine kermisattracties, er zijn stalletjes met koop- en etenswaar en je kunt er op de foto met je bordkartonnen Indiase filmheld. Daar tussendoor komen er ook nog vissers met hun boten uit de zee om hun vangst aan land te brengen.

’s Avonds nog éénmaal genieten van zo’n restaurant waar ze geen bier schenken en waar “not spicy”gewoon heet betekent en dan naar het vliegveld.

DAG 32 – SCHIPHOL

Controle van de rugzakken, dan paspoortcontrole, dan instapkaart controle met als goedkeuring een stempel. Daarna controle van de stempel met als goedkeuring weer een stempel. Ten slotte door de detectiepoort en fouilleren wat mijn vrouw haar aansteker kost. Maar de slimme meid heeft nog ergens lucifers verstopt. We zetten de laatste dollars om in whisky en sieraden en dan gaan we de lucht in om daar door de KLM dezelfde hete smurrie voorgeschoteld te krijgen die we net ontvlucht dachten te zijn. De drank is echter wel goed en even later slapen we als een roos.

Bijna ongemerkt zijn we om acht uur in Frankfurt waar het net zo warm is als in India. Omdat we pas aan het eind van de middag naar Amsterdam vliegen gaan we met de metro de stad in om ons tegoed te doen aan een heerlijke salade, de eerste vitaminen sinds weken. Verder blijft de routine hetzelfde met deze hitte, veel drinken, Duits bier deze keer. Na even aan de Main gezeten te hebben gaan we terug naar het vliegveld voor de laatste etappe.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.