2004 TANZANIA

2004 TANZANIA

DAG 1 – DAR ES SALAAM

De KLM heeft er een handje van om je altijd even te laten schrikken voor vertrek. Of ze delen je mee dat er teveel passagiers voor het vliegtuig zijn of ze vertellen je doodleuk dat de net door jou geregelde stoelen naast elkaar toch door anderen gereserveerd blijken te zijn. Het komt daarna allemaal wel snel weer in orde, maar toch. De service is echter, na een paar mindere jaren, weer helemaal op peil. Eten, drinken en drank dat het een lieve lust is.

Na een tussenlanding op Kilimanjaro Airport, waar we mooi hadden kunnen uitstappen als we op de hoogte waren geweest van deze tussenlanding, vliegen we door naar Dar Es Salaam waar de door ons gereserveerde kamer in de Econo Lodge op ons wacht. En daar gaan we genieten van datgene waar we ons de hele dag al op verheugen: uitslapen.

DAG 2 – DAR ES SALAAM

De man die ons gisteren op het vliegveld naar een taxi begeleide heeft vanmorgen al een mannetje buiten ons hotel geposteerd om ons naar zijn reisbureautje te loodsen. En aangezien we nog niets geboekt hebben vinden we het allemaal prima. Daar legt Mobutu, ondanks zijn foute naam, ons een mooi plan voor een 7-daagse safari voor. Als hij dan ook nog bereid is met de prijs te zakken naar het niveau dat ik op internet bij andere organisaties al had aangetroffen is de deal snel rond. Voor 650 dollar per persoon naar de Serengeti, de Ngorongoro krater, het Manyara meer, het Tarangire park en de Maasai in Longido, inclusief vervoer naar Arusha en de overnachtingen daar. Het blijft een gok maar voorlopig vertrouwen we maar op zijn mooie bruine ogen.

We wisselen wat cheques om een voorschot te betalen en daarna vieren we de deal met een lekkere lunch. De rest van de middag slenteren we wat door Dar Es Salaam waar weinig bijzonders te zien. Toch is het een leuke stad.

Morgen wacht een busreis van misschien wel 10 uur. We moeten vroeg op dus…vroeg naar bed.

DAG 3 – ARUSHA

Even zitten we bijna in een taxi naar het vliegveld maar gelukkig hebben ze snel in de gaten dat wij de armoedzaaiers zijn die gewoon met de bus naar Arusha moeten. Het is een luxe bus, die flink doorrijdt, maar gelukkig is het niet al te druk op de goede wegen. Af en toe vangen we een glimp op van onze eerste Maasai in het wild.

In Arusha staat een mannetje ons op te wachten die ons snel verder loodst het hotel in. Daar is ook het kantoortje waar we de rest van het geld mogen overhandigen. We moeten er weer een pak Traveler Cheques voor wisselen. De koers is knap onvoordelig. Zo vliegt ons het geld uit de zakken. Maar bij het hotel is een restaurant met heerlijk eten en koel bier dus waar zeuren we over.

Morgen worden we bij drie Zwitsers gevoegd voor onze safari. Om 6.30 is het vertrek. Vol verwachting klopt ons hart.

DAG 4 – SERENGETI PARK

En precies om 6.30 is het vertrek. Over ongelooflijk goede splinternieuwe wegen gaat het in vliegende vaart richting Mto Wa Mbu waar we onze groepsgenoten voor de komende dagen bij het ontbijt treffen. Geen Zwitsers maar twee jonge Engelsen. We kijken allemaal blij, geen vijf mensen in de landrover en zo op het eerste gezicht geen vervelende types.

In de mist rijden we bovenlangs de kraterrand van de Ngorongoro naar het Serengetipark. De uitzichten zijn weids en indrukwekkend en de dierentuin is al begonnen. Niet af en toe een beest op grote afstand maar grote aantallen gazellen, zebra’s, struisvogels, giraffes en hartenbeesten. Aan het eind van de dag het toetje met olifanten die smullen van stekelstruiken, nijlpaarden die luieren in een poel en in de verte onze eerste leeuw. Met het open dak kunnen we alle perfect zien.

Alle toeristen op safari verzamelen zich in het begin van de avond op een campsite. Iedereen mag zijn tentje opzetten terwijl de koks aan het werk gaan om spaghetti met prut in elkaar te flansen.

Onze tent blijkt slecht af te sluiten en we hebben op deze campsite nergens een hek waargenomen dus doen we met een metalen tafel een armzalige poging een gevoel van veiligheid te creëren tegen wrattenzwijnen, hyena’s en ander gespuis.

DAG 5 – SERENGETI PARK

We staan om 6.30 op om weer vroeg op pad te gaan en het loont de moeite. De impala laat zich zien en wat we gisteren al zagen dient zich opnieuw aan alleen in veel grotere getale. Een nijlpaard op het droge staat rustig te grazen en de leeuwen zijn overal. Met kleine welpen, een ander minutenlang op een rotsblok op de uitkijk, een eenzaam mannetje op grote afstand. Ook van het jachtluipaard vangen we een glimp op maar die duikt snel weer weg tussen het hoge gras.

Na het verlate ontbijt treffen we onder een boom zomaar acht leeuwen die zo aardig zijn hun dutje te onderbreken en vlak voor ons de weg over te steken. Twee willen als toegift ook nog wel even op nauwelijks drie meter afstand bovenop een rots gaan zitten. Hopelijk krijgen ze geen aandrang om ook van ons open dak mee te genieten. De mannetjes blijven we alleen op grote afstand zien.

Daarna is het een lange rit stofhappen naar de rand van de Ngorongorokrater. De mist van de vorige keer is weg dus nu wel het fantastische uitzicht op de vlaktes binnenin de krater. Bovenop de berg is het fris en alle toeristen drommen samen in een soort eetzaal waar elk groepje zijn maaltijd voorgeschoteld krijgt van zijn privé kok. En al die koks staan weer achter hun eigen gaspitje in de keuken er naast. Erg efficiënt is het allemaal niet, maar wel lekker.

Na het eten komen de sterke verhalen over onvoorzichtige toeristen die de ontmoeting met een leeuw niet na kunnen vertellen met als gevolg dat niemand echt ontspannen gaat slapen of in het aardedonker naar het verderop gelegen toilet gaat. Want wat zijn dat voor ogen die in de verte oplichten?

DAG 6 – NGORONGORO KRATER

Om 6.30 zitten we gevangen in een dikke laag mist dus is het na het ontbijt met 5 meter zicht afdalen in de Ngorongorokrater. Pas op de bodem aanbeland trekt de mist op. En dan kan de verbazing beginnen in dit door bergen omgeven hof van Eden. Voor dieren is het hier het paradijs. Ze kunnen of willen hier niet weg met als gevolg grote kuddes zebra’s en gnoe’s, overal waar je kijkt. Daar tussendoor af en toe een olifant, een buffel of een nijlpaard. Leeuwen hebben het ontbijt dus voor het uitkiezen, vanmorgen hadden ze zin in zebra.

Ook zien we de gevlekte hyena rond haar burcht met haar jongen verstopt in de holen. Alleen de neushoorn laat zich helaas niet zien, dus na Nepal wederom geen succes.

Om te lunchen gaan we de krater weer uit, terug naar de campsite. Hassan, onze kok verrast ons met lekkere quiche. Dan is het tent opruimen en terug naar Mto Wa Mbu waar we afscheid nemen van Tammy en Patrick, onze reisgenoten van de afgelopen dagen.

En wij mogen bijkomen van het harde kampeerleven, vanavond is er een heuse kamer met douche en warm water. En een terrasje aan de weg met bier en voorbijfietsende Masai.

DAG 7 – MANYARA MEER

Vandaag staat het Manyara meer en haar omgeving op het programma. Dit keer geen kale savanne maar een bosrijke omgeving waarin de olifanten, giraffes en bavianen zich ophouden. Bij het meer zelfs een roze streep flamingo’s maar zoals altijd veel te ver weg om ze goed te kunnen zien.

De nijlpaarden daarentegen liggen vlakbij uitgestald als een grote lange rotsformatie, daarbij geflankeerd door honderden maraboes.

’s Middags hebben we even genoeg gesafaried en doden we de tijd in Mto Wa Mbu met gesprekken met de lokale souvenirverkopers. Over de verschillen tussen Europa en Tanzania en daar valt een hele boom over op te zetten.

Vlak voor zonsondergang lopen we nog even door het dorp waar een kleine markt is. En daarna valt er niets anders te doen dan je aanpassen aan het Afrikaanse ritme, vroeg naar bed want het is weer vroeg dag.

DAG 8 – TARANGIRE PARK

Na twee uurtjes rijden bereiken we het laatste Nationale Park van onze tour, het Tarangire Park. En elk park blijkt weer anders. Hier is het een combinatie van heuvelachtig grasland met grote baobabs, acacia’s en andere vegetatie. Olifanten en zebra’s zijn talrijk hier maar we kunnen hier ook de dik-dik, de waterbuck en, jawel, de luipaard aan ons lijstje toevoegen. Om de luipaard te kunnen zien turen we minstens een kwartier naar een boom in de verte voor we iets van vlekken ontdekken. Nog een eenzame reusachtige mannetjesolifant en dan zijn we voorlopig klaar met het wild in de wilde natuur.

Bij het uitrijden van het park begint de volgende fase, de Maasai. Op een kruising met de weg naar Arusha is er zomaar een markt waar de Maasai in vol ornaat rondlopen. Onderweg zien we ook nog een festiviteit waarvoor de vrouwen hun kralenschotels voor rond de nek uit de kast gehaald hebben. De vrouwen dragen voornamelijk blauw met wit en de mannen natuurlijk hun traditioneel rood geblokte dekentjes.

Terug in Arusha nemen we afscheid van Samuel en Hassan, onze chauffeur en kok en vallen daarna meteen aan op de aardappelpuree en knoflooksteak.

DAG 9 – LONGIDO

Om 9 uur staat er een taxi klaar die ons naar Longido brengt en daar wacht een gids ons op. Hij vraagt ons of we ook een trainingscentrum willen zien voor een kleine extra bijdrage. Wij vinden het prima. We gaan op pad en klimmen een stuk de berg op, een rare plek voor een trainingscentrum. We verwachten ergens een gebouwtje of een schooltje. Als we ergens hoog op de berg bij een gat in de rots komen waar een vies bloederig soepje staat te pruttelen hebben we nog steeds niet door dat dit het trainingscentrum is.

Jonge jongetjes verblijven hier een paar maanden om hard te worden. Slapen op bladeren in een hol, het vlees hangt te drogen in een soort natuurlijke koelkast, opgetrokken uit bladeren en takken in een nis van de rots. Af en toe wordt er een koe geslacht en daar kunnen ze dan weer een week van eten.

We gaan weer omlaag om een kijkje te nemen in een Maasaikraal. In het midden de uit takken opgetrokken openluchtstal voor het vee en eromheen de van leem en koeienstront gemaakte hutjes. We kunnen er één van binnen bekijken maar dat bekijken moet niet al te letterlijk genomen worden want ze leven in het aardedonker, om de boel koel te houden. Slechts een paar piepkleine lichtgaatjes zorgen ervoor dat we de moeder met kind ontwaren. Slapen doen ze op keiharde bedden met koeienhuid, koken kan ook binnen. De vrouwen moeten het huis zelf bouwen als ze voor genoeg koeien door de man “gekocht” zijn.

Als we terug zijn in Longido is er een lunch, zomaar in de simpele huiskamer van iemand. Er is een dressoir en een bank, een kerstman en wat medicijnen en dan is de interieurbeschrijving wel ongeveer klaar.

In Longido is er een kleine markt waar prachtig geklede Maasai hun koopwaar aanbieden. Sommigen in vol ornaat met kralenschotel. Werk aan de winkel dus voor onze foto- en videoapparatuur. Niet iedereen stelt dat op prijs maar met wat grappen en grollen komen we een heel eind.

Op de terugweg is er langs de weg nog een kralenmarktje van vrouwen waar mijn vrouw genoeg koopt om serieus aan haar Maasai-look te kunnen gaan werken.

Terug in Arusha is het vandaag tijd voor een pizza. Weliswaar is het hotel-restaurant voortreffelijk maar gezellig is het er niet, we zitten er altijd alleen en dan ook nog met uitzicht op een blinde muur.

DAG 10 – MOSHI

We laten Arusha achter ons en rijden in een uurtje naar Moshi. De bedoeling is in ieder geval een glimp op te vangen van de Kilimanjaro maar dat is vandaag geen probleem. De hele busreis is de met sneeuw bedekte berg al te zien. En in Moshi is hij de hele dag prominent in het straatbeeld aanwezig.

We lopen wat door het stadje, kopen onze bus tickets voor morgen en genieten van het lekkere weer op ons terras naast onze geweldige kamer met TV in het Buffalo Hotel. Het lijkt wel vakantie.

DAG 11 – LUSHOTO

In een wat gammele bus, dat waren we niet meer gewend, gaan we op weg naar Lushoto. De bus komt moeizaam op gang want bij het busstation is er telkens een reden om nog niet te vertrekken, maar als we met een half uur vertraging zijn vertrokken gaat het snel. Mijn vrouw slaat de schrik om het hart. Als we plotseling de bergen in rijden hebben we ook nog bijna een botsing. Alleen kan ze mij deze keer niet de schuld geven want we gaan naar Lushoto door een tip die zij kreeg van een broer van een collega. De aankomst in Lushoto in de druilerige regen en het schamele hotel dragen ook niet bij aan een beter humeur. Maar als we na een kopje koffie een veel beter hotel vinden met een balkon met uitzicht ziet het er allemaal al weer wat rooskleuriger uit.

We maken een wandeling door het dorp waar ooit de Duitsers de kolonist hebben uitgehangen. Sommige typische gebouwen en een kerkhofje herinneren daar nog aan evenals de vele missieposten. Aan de gezelligheid is echter niet gedacht want er is als zo vaak ’s avonds nergens ene moer te beleven.

DAG 12 – LUSHOTO

Bij het toeristisch infocentrum krijgen we een gids toegewezen en met hem gaan we op pad voor een wandeling in de omliggende heuvels. Omdat het marktdag is in Lushoto komen de mensen uit de bergen ons tegemoet. En mijn vrouw heeft ook haar geluksdag want het wemelt hier van de kameleons. De gehoornde kameleon om preciezer te zijn. Prachtige beestjes. Het land is vruchtbaar hier op de heuvels en overal zijn mensen in de weer op hun akkertjes met suikerriet, aardappels, ananas, koffie en kool.

We lopen naar het uitkijkpunt waar je in de diepte zelfs Arusha kunt zien (300 km). Onderlangs loopt de weg Moshi – Dar Es Salaam die we morgen weer verder af moeten. De president is ook al bezig om op deze prachtige plek een groot hotel neer te zetten voor zijn oudedagsvoorziening. Gelukkig is het wel mooi in Tanzaniaanse stijl.

Op een boerderij is er daarna een lunch met echte kaas en kruidenboter en terug van de wandeling is er de markt in Lushoto zelf. Mijn vrouw aast op Afrikaanse stof maar weet tegelijkertijd niet goed wat ze er mee zou moeten. Daarom wachten we nog met de koop.

Voor de rest van de avond is het ook weer wachten tot het bedtijd is (vroeg) want aan enig vertier doen ze hier niet.

DAG 13 – DAR ES SALAAM

Er wordt van je verwacht dat je een half uur voor vertrek aanwezig bent bij de bus maar als die bus pas 45 minuten te laat arriveert heb je mooi een tijd voor niets staan wachten. En daarna is de haast niet veel groter, vooral bergop heeft de bus grote moeite om vooruit te komen. Voeg daar de vele stops nog eens bij en een hele dag is naar de knoppen.

In Dar Es Salaam brengen we de jongens van het reisbureautje een bezoekje waar ze glimmend onze enthousiaste verhalen aan horen. Met Mobutu, die erg trots is op zijn naam als notoire zuiplap gaan we wat drinken en hij maakt zijn faam snel waar door het een na het andere biertje weg te werken. Hij gaat nog wel buskaartjes naar het zuiden voor ons regelen als hij het zich straks nog allemaal kan herinneren.

’s Avonds gaan we naar een plek in de wat betere wijk waar live muziek is maar al snel blijkt dat het een hoerenmarkt is voor oude vette blanken. Het eten is er wel geweldig maar als twee luidruchtige oude patsers bij ons aan tafel komen zitten die elk voorbijlopend meisje op haar neukabiliteit beoordelen verminderd de eetlust snel. De heren doen lollige pogingen tot een gesprek maar wij reageren zo bot als we kunnen en zoeken snel een andere tafel. Daar zitten drie Amerikaanse leeghoofden, weer het andere uiterste.

De band begint veelbelovend maar na twee nummers wordt de Afrikaanse muziek ingewisseld voor Westerse covers. Ondertussen loopt de plek vol met broodmagere, compleet uitgedoste jonge meisjes terwijl de dikbuikjes hoopvol in hun kruis krabben. We moesten maar eens gaan.

DAG 14 – DAR ES SALAAM

Gisteren de hele dag in een bus, morgen weer dus vandaag is het tijd voor vakantie. We nemen een taxi naar de stranden ten noorden van Dar Es Salaam en pikken daar een van de dure hotels uit om lekker aan het strand te kunnen liggen. De zee is mijlenver weg maar met de vloed veranderd dat snel en is er onze eerste frisse duik in de Tanzaniaanse zee. Helaas neemt de wind snel toe dus we kunnen nog niet het predicaat “tropisch paradijsje” afgeven.

In heel Tanzania leven er veel Indiërs die overal hun winkeltjes en handel hebben en in het weekend zoeken ook zij de zee op en dat levert het leuke contrast op van geheel geklede Indiase vrouwen die te water gaan terwijl daarnaast de Westerse toerist halfnaakt probeert streeploos bruin te worden.

Terug in de hoofdstad slaan we wat proviand in voor morgen en dan is het vroeg naar bed want morgen moeten we om 5 uur op.

DAG 15 – KILWA MASOKO

4 uur 50, kan het nog vroeger? De wekker gaat, de telefoon gaat, de taxi staat klaar. Door donker, uitgestorven Dar Es Salaam rijden we naar het busstation waar een veredelde minibus ons naar Kilwa Masoko moet brengen. De bus wordt als vanouds flink volgepropt en daarna kan de reis van ongeveer 200 kilometer beginnen. Zes uur vakantievreugde.

Zolang er nog een verharde weg is probeert de chauffeur zoveel mogelijk tijdwinst te pakken door zo hard mogelijk te rijden want in de daaropvolgende hobbelige zandbak raakt hij die tijd weer kwijt. Wij zitten de maar niet voortschrijdende tijd stofhappend uit en vragen ons ernstig af of dit een slim idee is en de moeite waard.

Aangekomen in Kilwa Masoko worden we niet gerustgesteld want het blijkt een uitgestorven klein gat. Wel een hotel met mooie bungalows maar het personeel is van een oneindige traagheid. Ze staren je alleen schaapachtig aan maar dit houden ze ook vol als je ze een vraag stelt.

We lopen naar de haven om te zien waar we morgen naar het eiland met de ruïnes kunnen vertrekken en slenteren daarna wat door het dorp.

In ons hotel vragen we wat we kunnen eten maar zoals al eerder vermeld levert dat slechts een schaapachtige blik op en daarom gaan we maar eten in het Hilton. Daar kunnen we krijgen wat we willen, vis, rijst, patat, groente en dat alles voor maar 4 euro per persoon inclusief drank. Eindelijk is het Hilton ook bereikbaar voor mensen met een wat kleinere beurs.

’s Avonds bemachtigen we een Keniaanse brandy waarmee we ons op de veranda nestelen waar de Tanzaniaanse hotelgasten zitten te dammen met witte en blauwe flessendoppen.

DAG 16 – KILWA KILIWANI

Het schaapachtig staren gaat vanmorgen gewoon door aan de ontbijttafel. Er is geen beweging te krijgen in de mensen hier dus we vertrekken noodgedwongen weer naar het Hilton waar er wel gewoon een lekker ontbijtje voorradig is. Ze goochelen wel wat met de prijs want die is hetzelfde als de maaltijd gisteravond, maar daarvoor zit je wel in het Hilton van Kilwa.

We gaan op pad voor onze excursie naar het eiland Kilwa Kiliwani. Eerst naar het districtsbureau voor de formaliteiten en dan met Jamila, zowaar een vrouwelijke gids, naar de haven. Met een dhow, de Tanzaniaanse zeilboot, varen we over waarmee we meteen voor alle passagiers betalen, hebben die ook een keertje een mazzeltje.

Op het eiland wordt er gewerkt aan het herstel van de ruïnes. Een kasteel, moskeeën en andere bouwwerken uit de 13e en 15e eeuw en later. Er is nog veel werk te doen. Het is zeer warm vandaag en er is nergens water te koop, we redden het net met onze fles.

Terug in Kilwa Masoko rennen we richting koud bier, kopen onze buskaartjes en plonzen dan snel in zee. ’s Avonds heeft het Hilton speciaal door ons bestelde calamaris op het menu alleen we moeten het bijna in het donker eten want de stroom is overal uitgevallen. Morgen nog een keer opstaan om 4.30 en dan is het afzien hopelijk voorbij.

DAG 17 – DAR ES SALAAM

Om 5 uur ’s morgens lopen we met onze bagage naar de bus. De eerste mensen staan hun zandstraatje al schoon te vegen. Aan de bus die we vandaag nemen heeft iemand veel aandacht besteed. Het vehikel is volledig uitgerust met allerlei toeters en bellen en is van binnen helemaal beplakt met plakplastic in blauw-wit tegelmotief waartegen de felgebloemde banken vrolijk afsteken. Ook op de achterzijde van de bus is er naast de schildering van een nijlpaard met wijdgeopende muil voldoende feestverlichting aangebracht om de nog halfslapende passagier een verrassende blik op de nog jonge ochtend te bieden.

We hebben deze keer een mooie plek voor in de bus met prima uitzicht. Van stof happen is deze keer geen sprake. De grote bus is wel wat trager dan de minibus van de heenweg maar dit is toch honderd keer leuker. Ze doen ons zelfs nog het plezier om vlak voor aankomst nog een klapband te krijgen. Maar ook dat blijkt niet rampzalig voor een bus met dubbele achterwielen. Met een simpel touwtje weten ze iets geheimzinnigs te doen waardoor we een kwartier later alweer rijden.

In Dar Es Salaam nestelen we ons weer in onze vertrouwde Econo Lodge van waaruit we op pad gaan om kaartjes voor de boot, geld en drank te regelen.

’s Avonds toch maar weer naar de hoerenkeet, de Q-bar, want het eten is er zo lekker. Garnalen, vis, aardappelpuree en lekkere Zuid-Afrikaanse cider.

DAG 18 – STONETOWN

Op ons gemak kunnen we vanmorgen ontbijten en inpakken want de boot naar Zanzibar vertrekt pas om 12.30. Gelukkig zijn we zo slim geweest om gisteren al kaartjes te halen zodat we soepeltjes door hagen vervelende kereltjes heen kunnen lopen en we hebben stoelen vlak aan de reling op het achterdek, dus het kan niet mooier. De zee is rustig en af en toe vaart er een dhow voorbij.

In de haven van Stonetown staat iemand met een bord in de hand op ons te wachten (we hadden gisteravond telefonisch gereserveerd) dus niet veel later zitten we midden in de oude stad in de Flamingo Lodge.

We gaan op zoek naar iets eetbaars want dat is er een beetje bij ingeschoten tijdens de bootreis en vinden in het Africa House een gigantisch terras waar alle toeristen zich verzameld hebben voor de zonsondergang. En het moet gezegd, het is werkelijk een prachtige plek. Het is er naar verhouding wat prijziger maar naar Westerse begrippen nog steeds goedkoop.

De oude stad ziet er prachtig uit met zijn smalle straatjes, bewerkte balkons en houten deuren, morgen gaan we dat allemaal minutieus bestuderen.

In een restaurantje scoren we een visje, kijken nog even naar de sterren vanaf het terras en zoeken dan ons hotel weer op.

DAG 19 – STONETOWN

Ons hotel serveert een heerlijk ontbijtje op het dakterras. Vandaag gaan we ronddwalen in de wirwar van straatjes in Stonetown. Een combinatie van hoge muren, houten balkons met Arabische motieven en hier en daar een kanteel, allerlei winkeltjes en gesluierde vrouwen en dan toch altijd weer uitkomen bij de azuurblauwe zee die Zanzibar tot een zeer speciale plek maakt.

In het oude fort is een muziekgroep aan het repeteren waar we even meeluisteren en daarna bekijken we in het “huis der wonderen” een leuke expositie over Oost-Afrika, vroeger en nu. Bij het Africa House lunchen we op het mooie terras en daarna duiken we nog een keer Stonetown in. Tijdens de lunch zagen we de voorbereidingen voor een live concert waar we later op de middag voor terug komen maar dat blijkt vergeefse moeite. My Way en Wonderful World 2 keer zo langzaam als gebruikelijk, slaapverwekkend. Ook bij het oude fort is er een show van traditionele dans en muziek terwijl de gasten langs het barbecue buffet mogen schuiven. Dit blijkt allemaal nog armzaliger. 5 Mensen schudden wat met hun kont, komen aan de tafels bedelen om meer geld, na de al betaalde entree en het vlees is zwart verbrand en voor de rest zijn er alleen koude salades. Als we in het Africa House dan ook nog koffie met bedorven melk krijgen is het ons duidelijk dat we deze avond niet verder moeten rekken.

Onderweg naar het hotel zien we nog een “bushbaby”, een nachtdiertje dat over de elektriciteitsdraden rent. Een mevrouw die voor haar huis op het stoepje zit doet ons alles uit de doeken over dit beestje. Mevrouw is getrouwd met een Duitser en woont afwisselend in Duitsland en Zanzibar. We hebben een gezellig gesprek maar als er steeds meer dronkenlappen en junks voorbij komen zoeken we toch ons hotel maar op.

DAG 20 – STONETOWN

Vandaag gaan we op “spicetour”. Een busje wordt volgeladen met toeristen en dan gaat het naar de verschillende landerijen waar de verschillende kruiden groeien. We zien de peperbolletjes, de kaneelbladeren en –bast, de kruidnagels, de wurgende vanilleplant en de prachtige nootmuskaat. Deze vrucht klapt open als ze rijp is en geeft dan een mooie rode kern prijs. We zien koffie, de cacaovrucht (nu ook al lekker), kerrie en planten die een rode kleurstof leveren. Dan nog henna, banaan inclusief de bloem met daaraan al weer de jonge minuscule banaantjes. Langs de route staat ook nog een mooi Perzisch badhuis en na alle bezoeken moet er natuurlijk geproefd worden. Pilao rijst met allerlei specerijen, spinazie en een saus van kokosmelk. Het is heerlijk.

’s Middags is er tijd om een uurtje te genieten op een bountystrand en ’s avonds zijn we weer te vinden in het Africa House. Er is een groep acrobaten aan het werk die nog op de ouderwetse manier menselijke piramides vormen en van tafels, stoelen, glazen en bierflessen wankele torens bouwen om er dan bovenop een handstand te doen.

We dineren met een lekker glaasje wijn, dat was al weer lang geleden.

Tegenover ons hotel zijn vrouwen een bruiloft aan het vieren en we mogen even naar binnen gluren. In mooie kleding dansen de dames wat met elkaar. De bruid is nog niet gearriveerd. Misschien wil ze de eerste huwelijksnacht nog even uitstellen.

DAG 21 – KENDWA

Het is maar een uurtje rijden naar het noorden van Zanzibar, maar in Nungwi moeten we op het strand nog even wachten op een boot die ons een stukje terug langs de kust brengt. Na een aantal tips willen we namelijk naar Kendwa. En dat blijkt inderdaad het ultieme strandparadijs. Er is qua accommodatie niet veel keus dus nemen we noodgedwongen een relatief dure bungalow op het strand (45 dollar) maar het is wel een fantastische plek. Voor onze veranda ligt alleen maar wit zand tot aan de blauwe zee met als bonus een paar palmbomen daartussen. En net als al je dromen lijken uit te komen wil het weer niet meewerken, maar gelukkig klaart het aan het eind van de dag op en wordt het plaatje toch nog compleet. In de zee is het uitkijken voor zee-egels die met hun lange zwarte stekels net onder de vloedlijn liggen.

Het eten moet in deze afgelegen plek van tevoren gereserveerd worden maar het is wel overheerlijk. We proberen ook weer eens een cocktail maar daar moeten ze op Zanzibar toch nog wat bijscholing voor nemen want het blijven waterige brouwsels. Op het strand laten we het eten zakken onder een prachtige sterrenhemel.

DAG 22 – KENDWA

Vanaf het strand vertrekken we voor een snorkeltripje naar het eiland Mnemba. Een privé eilandje waar alleen de happy few voor 1000 dollar per nacht mogen slapen. Trots vertellen de jongens van de boot over Bill Clinton, Madonna en Tom Cruise die hier eens vakantie vierden. Gewone stervelingen mogen alleen in het water rondom Mnemba komen. Maar daar liggen wel de koraalriffen dus de pijn valt mee.

We worden begroet door een grote groep dolfijnen. De eerste snorkelplek valt wat tegen, we hadden een type aquarium verwacht maar het is hier goed rondspeuren om de mooie vissen te zien. Na de lunch op de boot is de tweede snorkelplek veel beter. We zien grote maanvissen, scholen zwarte vissen, een gespikkeld bol geval, een paarse zeester, een soort slang met uitstulpsels en prachtig koraal. En bij het terugvaren wacht nog een verrassing, een reusachtige walvishaai. We achtervolgen hem of haar een tijdje zodat we het monster goed kunnen bekijken.

De terugtocht is nog een hele onderneming want we moeten ver om een ruige branding heenvaren om een veilige doorgang naar het strand te vinden.

Bij ons hotel bestellen we weer de maaltijd voor vanavond en nestelen ons dan nog een tijdje op het strand.

DAG 23 – KENDWA

We besluiten nog twee dagen hier te blijven want we realiseren ons dat we het waarschijnlijk nergens mooier krijgen dan hier, het ideale huisje aan het ideale strand met een relaxte atmosfeer en lekker eten. En zo begint er een dag van zonnen onder de parasol aan zee. Enig probleem is de vraag of we genoeg boeken hebben om het luie strandleven optimaal vol te houden.

Tijdens een korte wandeling breiden we onze schelpencollectie verder uit met mooie en kleine exemplaren plus wat stukjes bloedkoraal.

’s Avonds dineren we bij de buren omdat de Thaise en Indiase cuisine bij ons hotel-restaurant ons wat begint te vervelen.

DAG 24 – KENDWA

Het paradijs is altijd maar een tijdelijke zaak sinds Adam en Eva. Hebben we alles klaar voor een heerlijke stranddag is het totaal bewolkt en regent het af en toe zachtjes. Dat hadden we ons toch totaal anders voorgesteld. Het wordt dus verpozen in de hangmat of op de veranda. Tussendoor dan maar wat zaken regelen. Het vervoer naar Paje, de ansichtkaarten, een lekkere maaltijd. Het is zo slecht nog niet.

DAG 25 – PAJE

Zelfs op zo’n relatief klein eiland kun je nog een behoorlijke tijd onderweg zijn van punt A naar B. Om van Kendwa naar Paje te komen moeten we eerst met een busje naar Stonetown en pas een uur later kunnen we dan verder richting Paje. Leuke bijkomstigheid is dat we daardoor heerlijk kunnen lunchen bij ons favoriete plekje van Zanzibar, het oceaanterras van het Africa huis. Tevens hebben we de gelegenheid om geld en drank in te slaan voordat we weer de afgelegen wildernis in trekken.

Als we het busje naar Paje in stappen vraagt iemand; ‘Ben jij het?’ Het blijkt een kennis te zijn uit Enschede. Ik heb haar waarschijnlijk zo’n 15 jaar niet meer gezien. Ze is met haar kleine nichtje op reis.

In Paje kiezen we op de gok een hotel. Een mooie kamer, vlak aan het strand met een onvervalste reggaebar. Dat moet vol te houden zijn. We maken een wandeling langs het strand, eten wat de pot schaft, schommelen wat op de bank aan het strand en dan is er, ondanks de bar, ook hier ’s avonds weinig anders te doen dan je bed opzoeken met een goed boek.

DAG 26 – PAJE

Om 8 uur staat het busje van de dolfijnentrip voor, maar in ons hotel zijn ze zo traag dat ze pas net voor 8 uur het ontbijt op de tafel weten te krijgen. En dat terwijl wij vanmorgen juist supersnel zijn want onze badkamer is een groot muggennest dus we hebben het douchen maar overgeslagen. En dat het zo vol is met muggen is niet verwonderlijk als je de toestand van het gaas voor de ramen (meer gat dan gaas) beziet. Mijn vrouw heeft al een poging gedaan met toiletpapier de gaten te dichten totdat ze na een rol een tweede raam ontdekte.

De dolfijnentrip van 25 dollar per persoon is een tegenvaller. We zien wel een aantal dolfijnen, maar de zwemvliezen die iedereen heeft meegekregen om met de dolfijnen te ‘zwemmen’ lijkt meer een verkooptruc want voor je in het water ligt zijn de dolfijnen een kilometer verderop. Daarnaast is de zee vrij ruw en bezaait met bootjes met toeristen die net als wij op jacht zijn naar de dolfijn. Ter genoegdoening mogen we zowaar 10 minuten snorkelen op een plek waar weinig te zien is. In het noorden hebben we meer dolfijnen gezien.

De lunch is wel goed en 1 van de Nederlanders die vandaag in ons groepje zitten blijkt bij Decilux in Hengelo gewerkt te hebben, dus we hebben gemeenschappelijke kennissen. We kunnen dus mooi herinneringen ophalen aan de goede oude bandjestijd.

In ons hotel vordert de reparatie van het gaas voor de ramen zeer langzaam. Het ene raam is wel gedaan, het andere niet dus is het resultaat nul komma nul. Er heerst hier weer een traagheid die weinig hoop geeft. Mijn vrouw weet door hardnekkig en hinderlijk achtervolgen van het hotelpersoneel een spuitbus te bemachtigen die voorlopig afdoende blijkt.

Het nichtje van de vrouw uit Enschede is ook helemaal lek gestoken maar i.p.v. dat tante haar een lange broek en lange mouwen aantrekt besluit ze haar op de kamer eens fijn te gaan voorlezen. Zeer educatief.

Wij slaan een aantal gin-tonics achterover in onze reggaebar en hebben al besloten dat we morgen verhuizen naar een luxer hotel verderop want we zijn wel klaar met het basisregiem hier.

DAG 27 – PAJE

We nemen afscheid van ons muggenhotel en lopen via het strand naar ons nieuwe onderkomen. Een mooie, lichte, schone kamer met goede muskietennetten. En rond dit hotel liggen nog drie andere hotels dus we hebben een wat ruimere keuze in restaurants en bars en dergelijke. Bij de buren weten we zelfs een boek te verwerven zodat we met een gerust hart onze strandvakantie kunnen voortzetten.

De boeken blijken hard nodig want het weer verslechtert snel. ’s Middags regent het. Maar gelukkig zijn er hier uitstekende hotels die ook nog witte wijn serveren. Daarom doen we extra lang over onze lunch met heerlijke pizza en ’s avonds is er op dezelfde plek een barbecue waar we ons klem eten aan inktvis, tonijn, aardappels, gestoofde groenten en salades.

DAG 28 – PAJE

Het tij is vandaag zo laag dat je bijna een kilometer kunt lopen voordat je bij een beetje water van betekenis komt. De mensen uit het dorp maken daar massaal gebruik van om, zo te zien, iets uit het zand te vissen. Het blijken echter zeewier tuintjes te zijn die ze onderhouden voor de export naar Japan en andere Aziatische landen. Aan zwemmen hoeven we voorlopig niet te denken maar de bedrijvigheid biedt genoeg kijkplezier.

’s Middags komt het water snel omhoog dus is een frisse duik weer mogelijk.

Om 3 uur maken we een tripje naar het Jozani bos waar de zeer zeldzame en alleen op Zanzibar voorkomende rode colobus apen leven. Alleen zijn ze niet zo zeldzaam dat ze moeilijk te zien zijn want ze zitten massaal bij de ingang van het park. Ze hebben wat warrige wenkbrauwen boven hun mooie ogen en roodbruin met wit en zwart haar op de rug. Het beeld wordt af en toe ontsierd door afschuwelijke Italiaanse toeristen die hier helaas ook niet zeldzaam zijn. In de kortst mogelijke broekjes of rokjes op hoge hakken en met fancy zonnebrillen op proberen ze hun doel te verwezenlijken; op de foto met een aap.

Op de zaterdagavond is er disco bij de buren, eindelijk een avond met wat vertier. Alle jongetjes uit de buurt komen hun danskunsten vertonen op de Afrikaanse en Cubaanse muziek. Allemaal zeer relaxed en laid-back. We moeten nog terug over het aardedonkere strand dus we gaan maar niet door tot de op de posters aangekondigde sluitingstijd bij zonsopkomst.

DAG 29 – PAJE

Het is weer een lekker zonnige dag vandaag dus we liggen de hele dag op het strand. ’s Morgens helaas zonder zee omdat het tij nog steeds laag is, maar ’s middags komt dat ook goed. Tussen de middag wagen we ons voor het eerst aan een pizza bij ons hotel maar dat moeten we maar niet meer doen. Morgen gewoon weer naar de buren.

Onze Zuid-Afrikaanse buurman, hij blijkt Didi te heten, is druk doende een groep te formeren om vanavond uit eten te gaan ergens ten noorden van Paje. We zijn wel toe aan wat verandering. Uiteindelijk gaan we met 2 Italianen en 3 Zuid-Afrikanen naar restaurant “The Door” maar de deur blijft gesloten want de eigenaar heeft een nieuw Italiaans vriendinnetje en die blijkt niet genegen om speciaal voor ons in de keuken in actie te komen. Bij restaurant Sunrise kunnen we wel terecht voor de Franse cuisine. Dat is ook gewoon vis met rijst. Wel een heerlijke Belgische chocolademousse als toetje. Na afloop drinken we nog een biertje bij “Paje by night”, waar Didi de horrorverhalen over Zuid Afrika verteld. Over hun tot forten ongebouwde wijkjes met slagbomen, prikkeldraad en bewakers, over het ’s avonds niet meer je huis uit kunnen zonder constant over je schouder te moeten kijken. Verkrachtingen, moord en doodslag zijn zo normaal geworden dat je het alleen met een soort fatalistische levensinstelling vol kunt houden. Reizen in Zuid Afrika hoeven we voorlopig dus niet hoog op ons verlanglijstje te zetten.

DAG 30 – PAJE

Het wordt weer een mooie stranddag en mijn vrouw besluit dat het maar eens tijd wordt voor de hennaschilderingen. Als ’s morgens de ene hand zo leuk wordt kan de andere hand ’s middags natuurlijk niet achterblijven.

’s Avonds eten we met hetzelfde groepje + een vers aangekomen Zuid Afrikaan in een piepklein onooglijke restaurantje aan het strand. Maar het eten is simpel en lekker. Na het eten een drankje en een af en toe voorbijkomende joint waardoor het een vrolijke boel wordt, alleen het uitsplitsen van de rekening wordt voor de Zuid Afrikanen nu een onmogelijke opgave. Het kost ze een uur.

DAG 31 – STONETOWN

We nemen afscheid van Didi en zijn vrienden en rijden terug naar Stonetown waar we ons af laten zetten bij de Garden Lodge waar ze deze keer wel een kamer hebben, dus we zitten onze laatste dagen mooi comfortabel en dicht bij het oude centrum.

Nog wat geld wisselen, de kaarten op de post en de winkels doorzoeken. We hadden al eerder het een en ander gezien maar we komen terug met totaal andere zaken. Een Makondé snijwerk van een zwangere vrouw voor 18 dollar en uit een Indiase winkel een prachtig tweekoppig popje, ergens uit de binnenlanden van Afrika, voor 35 euro. Als je er niet naar op zoek bent zie je ineens de mooiste dingen.

Bij het Africa House zit een enorme groep te dineren dus onze droom valt in duigen. Maar na veel zoeken vinden we toch nog een restaurantje met de geijkte kingfish, maar wel met witte wijn.

DAG 32 – PRISON ISLAND

Om nog een dagje echt vakantie te vieren hebben we een tripje naar “Prison-island” geboekt, bekend om zijn reuzenschildpadden die iemand er dik 100 jaar geleden naar toe heeft gebracht. Het blijkt, zoals we al verwachten, een soort dierentuin te zijn. De dieren zitten achter een omheining. Maar ze zijn zo groot en ze vinden het zo lekker om over hun oude kop geaaid te worden dat we ons een uur lang helemaal overgeven aan de schildpad.

The Aldabra giant tortoise (Aldabrachelys gigantea), from the islands of the Aldabra Atoll in the Seychelles, is one of the largest tortoises in the world.
The main population of the Aldabra giant tortoise resides on the islands of the Aldabra Atoll in the Seychelles. The atoll has been protected from human influence and is home to some 100,000 giant tortoises, the world’s largest population of the animal. Smaller populations of A. gigantea in the Seychelles exist in the Sainte Anne Marine National Park (e.g. Moyenne Island). Another isolated population of the species resides on the island of Changuu, near Zanzibar, and other captive populations exist in conservation parks in Mauritius and Rodrigues. The tortoises exploit many different kinds of habitat, including grasslands, low scrub, mangrove swamps, and coastal dunes.

Op de rest van het eiland zijn er geen verdere bezienswaardigheden gemeld maar als je zelf via het strand rond het eiland gaat openbaart zich een heel andere dierentuin. Een van ongekende rijkdom. Alles op het drooggevallen strand beweegt. Overal krabben, in de kleine poelen visjes in de kraamkamer, anemonen met tentakels, zeekomkommers, kruikjes met krabjes er in en helemaal onwerkelijk zijn de zeesterren. Knalgeel, vuurrood, grijs met gele stippen, groen, paars, we weten niet wat we zien. Als er dan ook nog een lekker strandje om te zonnen is kan onze dag niet meer kapot.

We hebben ’s avonds een gereserveerde tafel in het Africa House en als we uitgegeten zijn zien we in de TV zaal nog net dat Pieter van den Hoogenband op de Olympische Spelen een gouden medaille heeft gewonnen op de 100 meter vrij.

Morgen zullen we Zanzibar, het ware paradijs, met pijn in het hart verlaten.

DAG 33 – DAR ES SALAAM

Deze keer geen Flying Horse maar de Super Sea Bus 3. En die gaat 2 keer zo snel. Af en toe zorgt dat voor een flinke stuiter waardoor het aantal kotsers snel toeneemt. Wij, met Nederlands en Portugees zeevaardersbloed in de aderen, hebben echter geen centje pijn. Mijn vrouw ziet nog wat dolfijnen onderweg maar de boot vaart zo snel dat er niet lang van te genieten valt.

Terug in Dar Es Salaam zit onze vertrouwde Econo Lodge helemaal vol dus we moeten naar de buren van de Safari Inn, die eigenlijk veel leuker is. En goedkoper. We scoren nog een portret van de president voor op ons toilet. Een kleintje maar want de man is zeer lelijk.

’s Avonds nog een keer naar de hoerentent waar het eten zo lekker is. Maar vanavond heeft iedereen meer belangstelling voor de Olympische Spelen op de televisie en misschien is het nog te vroeg voor de dames.

In ons hotel hadden we nog wat TV willen kijken, net als vanmiddag toen we het gewichtheffen voor dames zagen, maar de Indiërs hebben de TV overgenomen en zitten naar een stompzinnige soap te kijken. Pech.

DAG 34 – NAIROBI

We hebben alle tijd vanmorgen dus na het ontbijt pakken we rustig in waarna we tot 12 uur de bank in de lounge bezet houden om te zorgen dat niemand het sportkanaal met de Olympische Spelen van de TV wegzapt.

Onze taxichauffeur, vaste standplaats voor de Econo Lodge, is stipt op tijd en zo zijn we om 12.30 al op het vliegveld waar we vrijwel meteen door kunnen lopen. Het wachten op de vliegvelden kan beginnen. Mijn vrouw vindt gelukkig nog haar Afrikaanse stofje, anders had ze niet naar huis gekund.

Om 15.15 met Kenya Airways naar Nairobi waar we nog veel langer moeten wachten. En dan wordt ook nog eens “Harlem Nocturne” oneindig herhaald op de achtergrond. Gelukkig is dit vliegveld iets groter dan in Dar Es Salaam dus zijn er genoeg shops om rond te neuzen en tevreden te zien dat de Afrikaanse maskers waar we er 4 van in huis hebben hier al tussen de 180 en 195 dollar per stuk kosten. Om 22.15 mogen we de nieuwste Boeing 777-200 van de KLM in, met persoonlijke videoschermpjes voor iedereen. Je kunt zelf kiezen welke van de vele films je wilt zien of welke CD je wilt horen. Wie te lang is moet wel vreselijk ver onderuit zakken om goed beeld te hebben. Maar gelukkig is op een nachtvlucht slapen ook een goede optie.

DAG 34 – SCHIPHOL

Om 5.30 al op Schiphol maar via Amsterdam CS kunnen we toch richting Hengelo.

2 gedachtes over “2004 TANZANIA

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.