2006/2007 SURINAME

2006/2007 SURINAME

DAG 1 – PARAMARIBO

Vloeistoffen in kleine zakjes, een uur in de rij voor de controle, maar de schoenen zijn weer van de lijst ‘potentieel gevaarlijk’ afgevoerd. En niemand die zich druk maakt over de vertragingen, die lijken ingecalculeerd. Een kwestie van rustig ondergaan dus.

Na een rustige vlucht de eerste kennismaking met Paramaribo, in het donker. De lange weg naar de stad is geen drukke verkeersader maar een provinciale weg met in het landschap her en der rondgestrooide houten huizen. Dichter bij de stad verschijnt de een na de andere Chinese supermarkt en die zijn allemaal druk bezig met de vuurwerkverkoop voor de jaarwisseling.

De binnenstad van Paramaribo maakt een gekke indruk. Een bouwstijl die we nog nergens anders zagen, grote witte houten huizen met balkons en veranda’s.

Bij guesthouse Famiri worden we ontvangen door de Nederlandse eigenaar André. Als voorlopig enige gasten hebben we de kamer voor het uitkiezen. Wij gaan voor de ‘oranje’ kamer, naast het balkon op de eerste verdieping.

Niet meer dan een half miljoen inwoners bevolkt dit land dat zeker vier keer zo groot is dan Nederland. En van die mensen woont het overgrote deel hier in Paramaribo dus in de rest van het land heerst de natuur.

DAG 2 – PARAMARIBO

Na een heerlijk ontbijtje in de tuin wandelen we naar Fort Zeelandia waar een vrijwilligster ons de hele geschiedenis van het fort uit de doeken doet; van de Engelse tijd tot de 8 december moorden. Allerlei geloofsgemeenschappen samen hebben er flink hun best voor moeten doen om met een zuiveringsdienst alle demonen uit het verleden hier te verdrijven. Dat lijkt goed gelukt want de avond ervoor is er net een huwelijksfeest gevierd. (misschien familie van Bouterse)

We verkennen de rest van de binnenstad met haar prachtige houten huizen en daarna rusten we uit op het terras naast hotel Krasnapolski (ook hier) om de kerstgedachte in al zijn glitter en glans aan ons voorbij te laten trekken. Bling bling is de hit hier, overal goud dat er blinkt. Alles strak verpakt in felgekleurde leggings, topjes en patsershirts. Dat velen er uitzien als de kerstrollade deert niemand. Daarnaast zijn er nog de jongeren die half liggend achter het stuur, bijna tot op de achterbank, voorbij cruisen in hun blitse karren, stuiterend op de basklanken van hun autoradio’s. Naast ons nestelt zich een strak in het rood gestoken dame, voorzien van een gouden riem waarvan de schakels bijna rechtop in haar kruis staan. Het geheel is feestelijk afgerond met gouden lippenstift.

’s Avonds een hernieuwde kennismaking met Brazilië (zie afgelopen zomer) in de vorm van mocqueca met vis en garnalen maar ook met de muggen die het op onze enkels hebben voorzien.

DAG 3 – PARAMARIBO

We maken kennis met de rest van de familie die met Guesthouse Famiri het roer heeft omgegooid. Ze hebben het hele huis verbouwd, nu is het wachten op de gasten. Voorlopig hebben we het rijk alleen en hebben dus “een eigen huis” want na het ontbijt verdwijnt de hele familie weer.

We maken een lange wandeling op zoek naar wat oude slavenhuisjes maar door de gebrekkige informatie en slechte kaarten houden we het op een gegeven moment voor gezien. Ook omdat vrijwel alles dichtzit dus af en toe even ergens uitrusten behoort ook niet tot de mogelijkheden. De enige plek waar wat kerstactiviteit is waar te nemen is bij de Waterkant. Een in een roze feestjurk gestoken matrone met kerstmuts maakt daar, met een flesje rum voor zich op tafel, dankbaar gebruik van.

Onze zoektocht naar een kerstlunch levert vandaag niet meer op dan toast met tonijn en olijven en een blikje vruchten op sap, gekocht bij de Chinese supermarkt die gelukkig wel open is.

Na vijven komt er een eind aan het afzien voor de toeristen wanneer ’t Vat opent en we wijn, ijs en andere lekkernijen kunnen laten aanrukken.

DAG 4 – PARAMARIBO

We doen echt ons best door op een uitvalsweg van Paramaribo langs de weg te gaan staan in afwachting van taxibusjes om ons naar de riviermonding te brengen maar na tien minuten komt er al iemand zijn huis uit om ons te vertellen dat er op zon- en feestdagen echt niet gereden wordt. Ook de 2e kerstdag blijkt zo’n uit de koloniale tijd overgebleven feestdag. Ons rest dus niets anders dan weer naar een terrasje te lopen en bier te drinken tegen de hitte.

’s Avonds komt de drukte op gang en ontsnapt iedereen even uit de familiebijeenkomsten om wat te flaneren en elkaar de beste wensen te doen toekomen. Een bandje brengt wat vrolijkheid. Daarna moet er gepakt worden want morgen verruilen we de hoofdstad voor de binnenlanden.

DAG 5 – BOTOPASI

Andre heeft hoog opgegeven over de Surinaamse broodjes, tot nu toe niet verkrijgbaar wegens de kerst. Maar wij verlangen meteen terug naar het gewone brood met worst en kaas i.p.v. broodjes met zoete vis en kip. De arme Andre wist het nog niet maar met eten in den vreemde zijn we zeer behoudend en allerlei exotische experimenten zijn aan ons niet besteed.

Net als we willen vertrekken barst er een geweldige regenbui los dus bellen we een taxi die ons naar de plek brengt waar de busjes naar Adjoni vertrekken. Op dat busstation, of vuilnisberg langs de weg, is het meteen Afrika, met drukke mannen voor wie alles “geen probleem” is. Om dat zelf ook te kunnen zeggen moet je heel secuur je zitplaats regelen om niet als haringen in een ton 4 of 5 uur opgesloten te zitten. En dan nog zit je uiteindelijk met 4 op een bank van 3, knapt de volledige bank onderweg los van de bodem en vliegt tot 2 keer toe de achterklep open zodat de bagage over de weg rolt. Nou is de term “weg” ook niet helemaal toepasselijk, niet ver buiten Paramaribo begint de bauxietweg waar het laveren is tussen de gaten door en elke reiziger voorzien wordt van een roestbruine toplaag.

In Adjoni liggen er vele boten op een rij op de plek waar de weg ophoudt en we kunnen zo verder naar Botopasi. Door het hoge water zijn de stroomversnellingen geen probleem en varen we in 2 uur naar Botopasi waar er een paradijsje wacht. Een nieuw hotel, aan de rivier, ver in de binnenlanden. Ondanks de 5 telefoontjes uit Paramaribo zijn ze hier niet op de hoogte van onze komst maar er wordt snel geïmproviseerd. Boodschappen komen uit het dorp aan de overkant van de rivier en niet veel later staat het eten op tafel. Hier gaan we het wel een paar dagen volhouden.

DAG 6 – BOTOPASI

Vanaf de grote veranda hebben we tijdens het ontbijt uitzicht op het bootverkeer op de Surinamerivier. Het is net een grote televisie.

Met Joshua, de gids, varen we zelf ook naar de overkant om Botopasi en een paar andere kleine nederzettingen te bezoeken. In het oerwoud tussen de dorpen zien we de prachtige blauwe morphosvlinders weer en bovenin de boomtoppen een paar kleine apen.

In een van de dorpjes ontmoeten we een vol getatoeëerde zendeling die 10 jaar in de gevangenis heeft gezeten maar nu het pad van de Heer volgt. En nu geloofd hij dus in wonderbaarlijke genezing van lichamelijk gehandicapten en HIV en AIDS patiënten. Wat kan God het leven simpel maken, jammer van die verspilde 10 jaren in de gevangenis. Ons heeft het licht nog niet bereikt dus er is nog werk aan de winkel voor de zendelingen en dit is een heel leuke, bijna babbelzieke zendeling, type grote mond klein hartje. Hij gaat zeker voor ons bidden.

De huizen in de dorpen zijn voornamelijk van hout met een metalen puntdakje. Soms hebben de huizen mooie plankpatronen. Vliegveld Botopasi is ook een bezienswaardigheid, een lang grasveld met een hut, zijnde de aankomst en vertrekhal.

We slaan wat fruit in en gaan terug naar ons hotel. ’s Middags wat ravotten met het dochtertje van de kokkin en ’s avonds hebben we zowaar Aladin op DVD. Jammer is dat de generator die dit mogelijk maakt zo’n rotherrie produceert dat de prachtige bosgeluiden nauwelijks doordringen.

DAG 7 – BOTOPASI

Vandaag staat de “boswandeling” op het programma. Geen hike, jungletocht of trekking, nee, boswandeling. Maar het is wel degelijk de jungle waar we in trekken. Allerlei bomen en planten blijken hun specifieke toepassingen te hebben, ook om dieren te vangen. Lijmstokken, materiaal voor draagtassen, medicijnen om kogelwonden te verdoven, kortom, er wordt flink gejaagd en dieren komen we dus niet tegen.

Op de rivier is er druk verkeer met naar huis terugkerende mensen die elders werken. De boten zijn volgeladen met goederen uit de stad.

Wij zoeken de hangmat op met een goed boek en laten de activiteiten aan ons voorbij trekken. Morgen gaan wij ook vertrekken. Alleen waar naar toe is nog ongewis want enige informatie is hier schaars. We zien wel hoe ver we komen.

DAG 8 – BROWNSBERG

Languit in de boot varen we in 2uur terug naar Adjoni en daar kunnen we zo een busje instappen. De chauffeur is al lang blij met wat passagiers. Vandaag is er eigenlijk alleen maar druk verkeer de andere kant op, mensen die in de stad werken gaan voor de jaarwisseling terug naar hun geboortedorpen.

De jongens van de busjes doen het lekker rustig aan naar Brownsberg. Daar horen we dat we tot 4 uur moeten wachten voor er een bus de Brownsberg op gaat, dus we stellen de heren van ons busje maar een onbehoorlijke vraag; of zij niet voor 100 SLD de tocht naar boven willen maken. Als we na een slopende rit, vol steile, glibberige hellingen eindelijk boven zijn verzekeren ze ons dat ze dit nooit weer zullen doen met zo’n busje, maar gelukkig blijven ze er vrolijk bij lachen en lijken ze het ons niet al te kwalijk te nemen.

Of wij op Brownsberg een slaapplek hebben is ook dubieus, misschien een hangmat onder een afdak. Maar als aan het eind van de middag diegene komt die er over gaat krijgen we de jeugdherberg annex het personeelsverblijf helemaal voor ons zelf. Het lijkt een trend te worden deze vakantie, grote gebouwen voor onszelf.

Rocky, de geestige kok zorgt voor heerlijke maaltijden en het kamp zit vol met Franse vakantiegangers waarvan er een aantal ook voor oud en nieuw blijven, dus we zitten niet helemaal alleen. In het bos worden we welkom geheten door een agouti en een paar mooie loopvogels. En in het donker springen de kikkers je voor de voeten. Een oorverdovend kwaakconcert besluit de avond.

DAG 9 – BROWNSBERG

Brownsberg is een kikkerparadijs. Als we na het ontbijt de jungle inlopen komen we er verschillende tegen; hele kleine maar ook de zwart met groen belijnde pijlgifkikker. Een prachtig diertje. Ook de hagedissen zijn alom aanwezig. Overal schieten ze weg. Niet verwacht maar ook aanwezig zijn eekhoorntjes. Helemaal niet verwacht is een groen-bruine slang, midden op het pad. Op een centimeter na stap ik hem boven op zijn kop. We staan allebei even te shaken. Ik aan de ene kant van de slang, mijn vrouw aan de andere. Via een omtrekkende beweging bereiken we elkaar weer en maken van de gelegenheid gebruik om het beest te filmen. Het heeft waarschijnlijk net een kikker of hagedis verschalkt want er lijken nog pootjes uit zijn bek te steken. Heel langzaam schuift de slang weer weg tussen de bladeren. De brulapen willen ook wat aandacht en oorverdovend klinkt hun gebrul door de jungle.

Als we in het kamp terug komen blijkt de kok zijn biezen gepakt te hebben om de jaarwisseling elders te vieren. Er staat wel wat op tafel, zoals erwtensoep, maar het moet snel verorberd worden want het verdere personeel wil zich ook gaan omkleden voor de festiviteiten. We zitten nog steeds tussen een kolonie Fransen, waarvan sommigen hier vakantie vieren vanuit Frans Guyana.

Een enorme kikker onder tafel, een reuzenkrekel in iemands haar, grote spinnen aan het plafond boven de eettafel en heel veel bier. Voor de kleintjes en naar blijkt voor de ouderen staat er de Oudhollandse sjoelbak, er is muziek, maar toch halen maar weinigen middernacht. Ook wij geven om 11 uur de pijp aan Maarten.

DAG 10 – BROWNSBERG

Kikkers niet alleen buitenshuis, ook binnen telden we er gisteravond drie. Veel meer dan kikkers zien we ook niet in de jungle, als we weer een wandeling maken. Pas als we bijna terug zijn komen er grote leguanen tevoorschijn. Als we ’s middags voor onze jeugdherberg zitten komen de dieren naar ons. Apen hoog door het bladerdak, een agouti en een leguaan op het pad en vogels druk in de weer bij hun hangende nesten, hoog in de boom.

De drukte op Brownsberg is voorbij, er zijn nog twee Fransen en de bediening is daar op aangepast. Gelukkig is er nog een maaltijd maar het wordt weer hoog tijd om de berg af te dalen.

DAG 11 – PARAMARIBO

Door gegoochel met de procenten op de rekenmachine hadden we bijna het dubbele betaald voor onze overnachtingen maar het aloude hoofdrekenen brengt net op tijd licht in de zaak dus krijgen we vanmorgen geld terug. Door alle verwikkelingen missen we bijna de enige bus die vandaag de berg afrijdt maar net op tijd weten we de aandacht van de chauffeur te trekken.

In Brownsweg stappen we over op het reguliere vervoer; bagger. Een onmogelijke bank waar je al na enkele kilometers niet meer weet hoe je moet zitten. Daarbij is er iets vaags met de banden aan de hand waardoor de chauffeur twee dorpen in rijdt op zoek naar een monteur. Iemand moet in zijn zondagse pak naar zijn werkplaats met autowrakken om de reserveband te repareren. In de dorpen geniet iedereen nog na van de feestdagen en paradeert nog steeds in zijn beste kleren rond met veel bling, bling. Alleen de Chinezen zijn aan het werk in hun supermarktjes, die goede zaken doen. Als het voorfront van het busje tot slot met elektriciteitssnoer aan het chassis is vastgebonden kan de reis verder. Weer rood van het stof komen we aan in Paramaribo waar we meteen neerstrijken bij het Vat voor een hamburger en bier. Het kost moeite om het guesthouse te bereiken. En als we eindelijk telefonisch contact hebben mogen we pas om 6 uur verschijnen. De eigenaren lijken nog niet helemaal te kunnen kiezen tussen hun reguliere banen en het hotelhouderschap, want de meeste tijd is er niemand in het guesthouse aanwezig, behalve de eventuele gasten, nu toevallig familie van de eigenaren.

Voordeel van het guesthouse is het vele leesvoer. Je hoeft je niet te vervelen in het prachtige huis.

DAG 12 – PARAMARIBO

Bruin brood met krentenbollen prijken op de ontbijttafel en het weer werkt vandaag ook volledig mee aan de Hollandse sfeer; regen, regen, regen. We schrijven wat kaartjes en tegen de middag brengen we die naar het postkantoor. We winnen her en der wat informatie in over mogelijke tripjes maar erg enthousiast worden we er niet van. Mijn vrouw vindt een leuk Emma Peel pakje en ik moet nodig gekortwiekt worden. We worden naar Marlon Rozenblad gestuurd die zelf laat weten dat hij de topkapper van Paramaribo is en als mijn vrouw hem vraagt of hij bij mij aan de achterkant nog wel meer haar wegknipt is de artiest zwaar beledigd. De meester is nog niet klaar en wenst op die vraag niet te antwoorden. Nog wat gemeenplaatsen van de man over Nederlanders en Surinamers zorgen voor een aangebrande sfeer terwijl hij zelf voortdurend het woord “relax” in de mond neemt. Knippen kan hij gelukkig inderdaad als de beste en met een mooi kort model ga ik de deur weer uit.

’s Avonds eten we bij een superdrukke Chinees waar grote families staan te wachten op een tafel. Het eten is voortreffelijk en alle opgedofte mensen zorgen voor een aangenaam kijkspel daarbij.

In het guesthouse vieren we nog een verjaardagsfeestje van iemand en de feestvreugde neemt toe met poep, pies en smurrieverhalen uit de bejaardenzorg en vleesindustrie. Als alle gasten vertrokken zijn sluiten wij af.

DAG 13 – PARAMARIBO

Allerlei mogelijke tripjes passeren de revue maar niets kan onze goedkeuring wegdragen. We kunnen naar Drietabbetje aan de Maroewijnerivier, maar mijn vrouw wil niet met zo’n klein vliegtuigje en de tocht lijkt een kopie van onze tocht op de Surinamerivier. De andere kant op, langs de grens met Brits Guyana kan ook, maar wat daar te doen is ook vaag.

Bij Stinasu willen we dan kamers bespreken voor Galibi maar daar wordt er momenteel verbouwd. Daarbij schijnen er geen winkels te zijn, moet het strand niet bijzonder zijn en is het nog geen schildpaddenseizoen. Wel een dure tour voor drie dagen, dat dan ook maar niet.

Bij het Waaggebouw hebben ze een “jeepsafari” naar het savannegebied onder Zanderij. Daar hebben ze een eigen accommodatie. Stoere verhalen over reuzenotters, zeekoeien en jaguars waar we niet al te veel van geloven. Maar verder lijkt het gewoon een leuk ontspannen tripje naar een ander landschapstype dan het oerwoud. We halen de euro’s tevoorschijn en bezegelen de deal.

In de stad scoren we een CD van Lieve Hugo, een overleden ster uit het verleden en het terras bij Krasnapolski biedt weer veel kijkplezier.

’s Avonds maar weer eens het Vat met patat en steak voordat we weer op kip en rijstdieet gaan in de binnenlanden.

DAG 14 – BIGI POIKA

Het vertrek bij de Waag om 9 uur loopt vertraging op want een chauffeur schijnt afgezegd te hebben wegens diarree. Maar er komt een nieuwe. Deze Roy neemt ons dan nog mee langs een heel protocol van overal inkopen doen, tanken en olie halen voordat we eindelijk op weg gaan naar de savannes en bossen onder Zanderij, in de buurt van indianendorp Bigi Poika. Bij Zanderij passeren we het monument voor de slachtoffers van de vliegramp met het SLM toestel en daarna is het weer off the road. Op de voorstoel houdt de bijrijder angstvallig een TV toestel vast dat straks de wereld ook in het kampement binnen moet brengen. Bij aankomst wordt een eerste poging gedaan met een antennemast van een lange bamboestengel, maar het resultaat is voorlopig sneeuw.

Wij maken een ritje waarbij we bijna een slang pletten en op de terugweg zit er een prachtige schildpad op de weg, met gele vlekken op z’n kop en oranje op zijn poten.

De avondmaaltijd is een smerige smurrie met rijst maar gelukkig zijn er ook pinda’s en bier. En een heleboel mieren. Een Nederlands stel van Curaçao dat met ons het gastenbestand vormt wordt er bijna door opgevreten. Een kampvuur brengt uitkomst. Daarna is het tijd om onder een afdakje in de hangmat te kruipen en dat is weer lang geleden dat we daarin moesten overnachten.

DAG 15 – BIGI POIKA

In een hangmat slapen betekend om 7 uur wakker worden. Muskieten hebben een route in mijn klamboe gevonden. Gelukkig steken ze niet maar hun gezoem is zeer irritant.

Na het ontbijt gaan we naar het indianendorp Bigi Poika, met zo’n 350 inwoners. We krijgen een korte rondleiding en de gids vertelt trots dat hij net een landelijke comedians wedstrijd gewonnen heeft en een reisje naar Fortaleza in Brazilië heeft verdiend. Hij geeft een kleine demonstratie met een liedje. In het dorp is er gisteren iemand 60 geworden en de festiviteiten zijn nog steeds niet afgelopen. De plaatselijke cassavedrank heeft rijkelijk gevloeid en een aantal oudjes hangt laveloos op een bankje. Anderen rommelen wat op trommels. Dat moet gisteravond heel gezellig zijn geweest.

’s Middags nemen we een duik in het colakleurige kreekje voor de deur en ik vis zomaar een mes op dat aan de afwas is ontsnapt. Een “boswandeling” mag natuurlijk ook niet ontbreken terwijl de mannen nog maar eens proberen de antenne met een verlengde bamboestengel nog hoger te krijgen om wat tekening in de sneeuw te krijgen.

Er beginnen nu wel erg veel muggen rond ons hoofd heen te vliegen maar echt steken doen ze niet. Door het rotgeluid dat ze in je oor produceren zijn we constant aan het meppen.

Nog één nacht in de cocon, maar de hangmat begint al te wennen.

DAG 16 – PARAMARIBO

Het heeft de hele nacht en ochtend geregend dus de geplande boswandeling laten we schieten want we hebben geen zin om door een half moeras te klotsen. Het is toch nog half elf voor we vertrekken want wij mogen dan wel voor dag en dauw wakker zijn, de mensen in het kampement houden het gemakkelijk tot half tien vol.

Met een echte rally-jeep rijden we terug maar we doen dit keer 2 keer zo lang over de route naar Zanderij. De weg is één gaten- en blubberparcours.

Terug in ons guesthouse is er weer eens niemand om de deur te openen maar er is een vage afspraak over de brievenbus en zowaar ligt er een sleutel. Maar slechts van de keuken en de kamer. De sleutel van de poort en een tussendeur om bij de kamer te komen ontbreekt. Een andere gast opent de poort en wij kammen het huis uit naar de andere sleutel. De speurzin loont. Gelukkig maar want de gastheer en gastvrouw zijn voorlopig nog niet terug, ze zijn een dagje uit. Dit zeer tot verdriet van 2 oudere echtparen die net van de Martinair vlucht komen afrollen en hier hun gereserveerde kamers op slot vinden. Noodgedwongen stallen ze hun 6 hutkoffers in de keuken in afwachting van de sleutelhouder. Als die er na anderhalf uur is worden de kamers wegens te smalle bedden afgekeurd, ze vertrekken naar een duur hotel in het centrum. Wat deze mensen hier twee weken kwamen zoeken is trouwens een raadsel. Als ze goede bedden zoeken kunnen ze beter hun hotel niet meer verlaten want die vinden ze verder nergens in Suriname.

Bij het Vat treffen we onze kennissen uit Curaçao en met hen nemen we de hele situatie in het Caribische gebied onder de loep en natuurlijk zouden wij het allemaal heel anders doen en kunnen, vooral na een fles wijn en drie caipirinhas.

DAG 17 – PARAMARIBO

Bij een reisbureautje boeken we de boottocht voor vrijdag alvast en dan gaan we maar weer eens uitgebreid op het terras aan de Domineestraat zitten. Daarna lopen we wat winkels in en uit en ik kom ineens naar buiten met bruine schoenen met een opzichtige krokodillenprint en een paar handgemaakte Versace zwartleren instappers. Samen voor nog geen 100 euro. Wat je al niet vindt in Paramaribo. Maar ja, ook de rijke drugdealers moeten ergens hun opzichtige blingbling kopen.

’s Middags barst de regen los en daardoor gaan we ’s avonds dichtbij naar de Chinees. Morgen gaan we naar Nickerie.

DAG 18 – NICKERIE

Bij het vertrekpunt van de bussen kiezen we al snel voor het alternatief van een gemeenschappelijke taxi. En zo racen we de lange rechte weg op naar Nickerie. Een gigantische regenbui haalt het tempo er even uit en ook ik maan de chauffeur tot enige rust als hij met zijn knieën wil gaan sturen om zijn handen vrij te hebben voor de roti lunch. Het helpt weinig. Zelf steekt hij een lekkere joint op om te relaxen maar ook dat heeft geen effect op de snelheid. We prijzen onszelf daarom gelukkig met de rechte weg en het weinige verkeer.

Nickerie is een slaperige provinciestad aan het einde van nergens, middenin een polderlandschap dat zeer Nederlands aandoet. Het groen is hier echter geen gras maar rijst. We vinden een leuk hotelletje en gelukkig is er ergens een restaurantje open want verder is er weinig activiteit in Nickerie. Maar de rust heeft zeker zijn charme. Van het doemscenario van wolken muggen, door iedereen genoemd, is niets te merken en daardoor lopen we voor niets te zweten als we ’s avonds volledig bedekt en aangekleed rondwandelen.

DAG 19 – NICKERIE

Vandaag hebben we een Javaans Surinaamse gids die ons gaat rondleiden in het vogelreservaat Bigi Pan. De boot moet eerst nog leeggeschept worden en bij de ingang van het gebied in zijn geheel over een hellingbaan getrokken worden. Waarschijnlijk voorkomt deze barrière dat niet iedereen zomaar met grote boten het gebied in kan varen en kan leegvissen.

We varen eerst een lang kanaal door en komen dan op het ondiepe water van het grote meer. Een rijk voedselgebied voor vogels. We zien ze dan ook overal, reigers, een ooievaarsoort, zwarte anni’s (mooie naam), visarenden, zwarte adelaars, een bruine roofvogel en natuurlijk de rode ibis, die dus ook echt vuurrood zijn. De boot wordt begeleid door vliegvissen die overal hoog uit het water springen.

Na de rondvaart is er bami goreng bij een hut midden op het water waar de gids zijn gedachten laat gaan over angstaanjagend grote Nederlandse meiden, volledig getatoeëerd en overal piercings, ‘zelfs van onder’ die rum drinken als bootwerkers. Hij was er bang van. En zo babbelt hij verder, hij is al 47 en opa en wil binnenkort gaan ‘uitrusten’.

We hebben de hele tocht zonder regen gevaren dus de paraplu’s en de regenkleding waren niet nodig. Op tijd zonnebrand was een betere bescherming geweest.

’s Middags biedt een taxichauffeur een tripje aan naar de Zeedijk en Scheveningen. En wie wil dat niet? De Zeedijk is inderdaad een Hollands model dijk maar Scheveningen is slechts een drinkkeet bij de steiger waar boten naar Brits Guyana varen. Op de dijk staat ook een nieuwe hindoetempel waar de beheerder bezig is afscheid te nemen van materiele zaken en de fase van spiritualiteit in gaat. Maar voor de tempel moet er nog wel het een en ander aan materiele zaken geregeld worden.

Terug langs de Hindoestaanse en Javaanse huizen met hun fruitboompjes voor de deur. Onze chauffeur biedt ons ook een goede deal voor morgen aan maar als later op de avond de al besproken chauffeur zich ook meldt kiezen we toch voor de laatste.

DAG 20 – PARAMARIBO

Om 10 uur verlaten we Nickerie voor onze dagtocht richting Paramaribo. Eerst tussen de rijstpolders door naar Wageningen. Ooit een proefproject voor de verbouw van rijst maar nu failliet en verlaten. Dan richting Totness in Coronie waar prachtige houten huizen staan.

Ook Desi Bouterse prijkt er op een groot affiche; Desi for president. Het is onvoorstelbaar dat de man nog steeds vrij rondloopt en ook nog brede steun geniet. Als laatste doen we Groningen aan maar daar is eigenlijk niets te zien. Al met al crossen we 6 uur lang door de Surinaamse provincie voor we terug zijn bij guesthouse Famiri waar de traditie van niet aanwezig zijn in ere gehouden wordt. Wederom klimmen we over de muur in afwachting van de sleutel, die ditmaal na een uur door het andere eigenaarsechtpaar wordt geleverd.

Nog even de stad in voor een warme hap en dan naar bed want morgen gaan we vroeg op om een dagje te gaan varen met de Sweet Merodia.

DAG 21 – PARAMARIBO

Al om 8 uur vaart de Sweet Merodia uit dus we moeten ons haasten. De boot brengt ons naar Frederiksdorp waar prachtig gerestaureerde plantagewoningen staan en daarna naar de plantage Rust en Werk waar er een paar oude graven uit de 18e eeuw te zien zijn. Waar het bij de boottocht echter vooral om gaat zijn de vertellingen over de slaven, het plantageleven, de excessen onder wrede slavenhouders als Susanna du Plessis en de wulpse avonturen van Maxi Linder, de koningin cq hoer van Paramaribo. Tussen de verhalen door is er ontbijt, lunch, koffie en thee. Al met al een dagje gezellig verpozen met een ouderwetse vertelster aan boord, zeer rustgevend in het huidige digitale tijdperk.

’s Avonds, onze laatste avond, laten we een bezoek aan DJ Chuckie schieten voor uitgebreid terrasbezoek bij ’t Vat. Op zo’n mooie avond ga je niet in een volgepakte discotheek staan zweten. Ondanks zijn hoeveelheid toeristen is ’t Vat echt de gezelligste plek van Suriname. Het laatste terrasje voor een tijdje of het weer moet in Nederland echt in de war blijven. (het schijnt er 12 graden te zijn, in januari)

DAG 22 – PARAMARIBO

De centrale markt hadden we tot het laatst bewaard. Eerst lopen we door de afdeling met geneeskrachtige kruiden en tovermiddeltjes en daarna de afdeling aardse producten, groente, fruit, vlees en vis. Schildpad, gordeldier of bosvarken behoort ook tot de mogelijkheden. Bijna niemand vindt het erg om even voor onze camera te poseren dus dat levert mooie plaatjes op.

In de stad snuffelen we nog wat naar snuisterijen maar daar doen ze hier niet echt aan. Wel is er leuke kleding voor weinig geld.

Dan is het tijd om hartelijk afscheid te nemen van de Famiri’s om met een busje naar Zanderij te gaan. De controles kunnen beginnen. Slechts 1 uur te laat vertrekken we.

DAG 23 – SCHIPHOL

100 % Controle, dus 10 keer je paspoort laten zien en alle tassen opnieuw door scanners en controles. Maar dan wacht de Nederlandse zon.

Een gedachte over “2006/2007 SURINAME

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.